Van de Rijps mandala van de vier standen
De vierkante perkenmandala direct achter Van de Rijp toont een cirkel in het midden, op de voorgrond het speelkaartensymbool van Klaveren of Kruis en haaks daarop rechts Schoppen.
Mij lijkt, dat tegenover Klaveren achter het piëdestal Harten ligt; een ronding daarvan lijkt duidelijk zichtbaar. Achter de tuinliefhebber zelf veronderstel ik Ruiten; wat ik nog zal beredeneren. De vier kleuren van het kaartenspel liggen als quaterniteit op de symmetrieassen van de vierkant. Op de diagonale symmetrieassen herken ik een vruchtbaarheidsmotief, gespiegeld en herhaald.
De ronde vaas op de vierkante piëdestal, die in de cirkel op de grond staat, herhaalt driedimensionaal het patroon van de cirkel in het vierkant op de grond. De drie verticale piëdestallen met vaas en bloem in de drie perkenmandala's corresponderen met de stokroos in haar min of meer vierkante bloempot. Samen vormen zij een viertal, bestaande uit drie hoge piëdestallen en één hoge potplant, dat de bloeiende bloesems verheffen boven Van de Rijp.
De vorm, die op de diagonalen van de standenmandala gespiegeld en herhaald wordt, herinnert aan een ‘Cornucopia’ - van Latijns ‘cornu’, ‘hoorn’, en ‘copia’, ‘voorraad’. Het ‘Hoorn des overvloeds’ is een vruchtbaarheidssymbool uit de Griekse mythologie, toegeschreven aan de geit Amalthea die Zeus zou hebben gezoogd. De hoorns liggen zo, dat zij halve cirkels vormen om Schoppen en om Ruiten. Twee hoorns wijzen daarbij links om en twee rechtsom. De beweging linksom interpreteerde Jung als een beweging naar het sinistere, het donkere toe, naar de schaduw en het onbewuste; en de beweging rechtsom als een beweging naar het licht toe, naar het bewuste en naar bewustwording. Samen met de quaterniteit in het vierkant spreken zij van bewustwording van onbewuste inhouden. De tegenovergestelde en om Schoppen en Ruiten gekromde ‘hoorns’ vormen twee tegengestelde halve cirkels. Deze wijzen op een onoverbrugbare tegenstelling tussen de pacifistische doopsgezinde aan de linker kant, Ruiten, en het militaire lanssymbool aan de rechter kant en zij lijken hen, kooplieden en militairen, voor elkaar te willen beschermen. Deze tegengestelde halve cirkels herinneren aan de onoverbrugbare tegenstellingen tussen licht en duisternis in orthodoxe voorstellingen, zoals bij Jakob Böhme.
Het blijkt de moeite waard de tijdgeest van Van de Rijps periode te respecteren, door de vier kleurensymbolen na hun plaatsing en verhouding onderling en in hun verhouding tot de tuinkunstenaar te overwegen. Hoewel deze meditatieve kijk vandaag niet meer algemeen vertrouwd schijnt te zijn, past zij goed bij zijn tijd. Juist deze overwegingen, die onontbeerlijk blijken als men zich wil verdiepen in de geest, sfeer en stemming van zijn tijd, lijken ons vandaag op het eerste gezicht vreemd en veroorzaken mogelijk aanvankelijk een onwennig gevoel.
Theologen en filosofen keken meditatief naar motieven in de Bijbel, in christelijke traditie en in de klassiekers en mythen van Grieken en Romeinen. Alchemisten mediteerden over hun motieven in hun boeken en op hun prenten en over de materialen en symbolen in hun werk- en bidplaats. Chassidim en kabbalisten werden enthousiast en raakten in extase over wat zij op die manier ontdekten over de verhoudingen van de tien sefirot in hun mystiek levensboom. Overal lag iets achter wat voor het oog niet zo maar te zien was en zich pas meditatief ontsloot. Terecht merken we vandaag over deze benadering aan, dat zij niet objectief kan zijn en vol projecties was. Toch verandert dit niets aan de authenticiteit en intensiteit van de subjectieve beleving waar het hen op aankwam. Met alle overtuiging en met het beste geweten keek - en kijkt vandaag nog - de (nog) gelovige zo naar de dingen. Men schaamde zich er niet voor, geen materialist te zijn. Men interesseerde zich voor in onze ogen eenvoudige en simpele symbolische verhoudingen en ontwikkelde daarbij complexe voorstellingen. Men werd ook minder afgeleid door alomtegenwoordige entertainment, gadgets, media en reclame. Men wist zelf waar men behoefte in had, waarmee men bezig wilde zijn en wat ‘vermakkelijk’ was (Van der Groen 1699).
Hart, Kruis, Schoppen en Ruiten waren ook niet zo maar abstracte ‘kleuren’ die alleen maar spelkaarten markeren en ordenen. Elke kleur stond sinds de middeleeuwen symbool voor één van vier standen:
♠ | Schoppen | adel en militair, |
♥ | Harten | geestelijkheid, |
♣ | Klaveren | boeren en arbeiders |
♦ | Ruiten | burgers en kooplieden |
(Janssen 1965: 34-35, Tilley 1968: 62) |
Mij lijkt deze om zijn standensymbolen aparte perkenmandala iets van Van de Rijps sociale wereld te weerspiegelen en hoe hij zich daartoe verhield. Jung noemt het gedeelte dat iemand van zijn persoonlijkheid laat zien aan de maatschappij ‘persona’ of ‘masker’. Met het masker toont een mens daarbij slechts wat hij aanneemt, dat zijn omgeving wenselijk acht. De ‘rest’, die ook bij de persoonlijkheid hoort, houdt hij voor zich, voor de intieme sfeer zoals in de hoftuin.
Hoe stond Van de Rijp volgens deze standenmandala in zijn sociale omgeving? Welke conclusies laat deze standenmandala toe over de plaats die hij zich zelf binnen de standen toekende? Waar stond hij als mens en doopsgezinde in relatie tot adel en militair, geestelijkheid, boeren en handel? In het vervolg zal ik op deze en andere vragen ingaan.
- 100 jaar Rijpenhofje
- Het Rijpenhofje
- Schilderijen
- Waardering
- Gerard van de Rijp in zijn tuin
- Het spirituele hof
- Het beminde hof
- Het analytische hof
- Appels en peren vergelijken
- Alchemie, Chassidisme en tuinkunst
- Jungiaanse en symbolische psychologie
- Van de Rijps tuinkunst als onbewuste expressie
- Van de Rijp als Adam
- Van de Rijps anima en zelf
- De tuin als archetype
- De roos als archetype
- De stokroos als archetype
- Stok en staf
- De boom als archetype
- De plant als opus magnum
- De perkenmandala's
- De hogere én de lagere mens
- Een momentopname van innerlijke rijping
- Vier, drie, twee en één in het tuinportret
- Onvermoeide fascinatie
- Een leven lang
- Conclusie en wens
- Gozewijn Centen en zijn gezin
- Schilderijen
- Het Rijpenhofje in 1982
- Reglement voor het Rijpen Hofje 1837
- Vier eeuwen hofjes in Amsterdam
- Dank
- Bronnen