Het hof als scheppingsopdracht
Hoe Gerard Van de Rijp zich in zijn beschermd omsloten hoftuin liet afbeelden lijkt nogal opmerkelijk op hoe de Statenvertaling van 1637 het ‘Hof Eden’, het Paradijs, beschreef :
Genesis ij 8 Oock hadde de Heere Godt eenen Hof geplant in Eden, tegen ’t Oosten; ende hy stelde aldaer den mensche, dien hy geformeert hadde. 9 Ende de Heere Godt hadde alle geboomte uyt het aerdrijck doen spruyten, begeerlick voor ’t gesichte, ende goet ter spijse. 15 So nam de Heere Godt den mensche, ende settede hem in den Hof Eden, om dien te bouwen, ende dien te bewaren.
Daarbij staat het het hof, de paradijstuin van het begin, pars pro toto voor heel de aarde. Uiteindelijk zal blijken, dat de scheppingsopdracht niet vrijblijvend bedoeld was. Ook kinkt het niet bepaald populair - echter wel opvallend actueel-, God zal
verderven degenen die de aarde verdierven.
Openbaring 11,18. Statenvertaling 1657, GBS
Voor de kijker van het schilderij valt de middagzon van het Westen in ‘eenen Hof geplant... tegen ‘t Oosten’ en hij ziet ‘aldaer den mensche’. In der daad introduceert de doopsgezinde diaken zich aan de kijker als ‘settede in den Hof, om dien te bouwen, ende dien te bewaren’. De vrome mens volgde het grote voorbeeld en ideaal uit de Gouden Eeuw, de prinselijke hovenier Jan van der Groen, en begreep en voelde zich als gesteld ‘in eenen Hof, om dien te bouwen, ende dien te bewaren’. Als lokale realisatie van de scheppingsopdracht omgeeft de hoftuin Van de Rijp. Een opdracht die hij zichtbaar ‘degelijk’ en ‘nauwgezet’ uitvoerde, concludeerde Van Sypestein in 1910 van de tuininrichting op de persoonlijkheid van de tuinkunstenaar.
Warm licht valt uit het Westen op planten en bloemen die ‘uyt het aerdrijck spruyten, begeerlick voor ’t gesichte, ende goet ter spijse’. Bloemen die wij vandaag nog maar voor de sier planten gebruikte men vroeger in gerechten, als kruiden en als medicijnen. Alternatieve, ecologische en esoterische bewegingen herontdekken het ambachtelijk gebruik van planten, zoals voor thees, gerechten, lichaamsverzorging en om genezingsprocessen te ondersteunen. Zie hierover de pagina over Historische planten.
In de mythologische herinnering waren de eerste tuinen aangelegd door en voor goden. Ook het Hof Eden wordt herinnerd als ingericht door de Joodse god Adonai; waarin hij in de avondkoelte wandelde en menselijk gezelschap genoot. Van ouds stond Eden ‘pars pro toto’. Het representeerde als ‘deel voor het geheel’ de hele aarde en was het voorbeeld voor alles wat buiten lag. De opdracht Eden te bebouwen en te bewaren bedoelde heel de aarde. ‘Van hier tot Tokyo’, zoals de Japonse rok van Van de Rijp en zijn Europese tuin op zijn manier Oost en West samenbracht. De doopsgezinde tuinkunstenaar toont zich daarmee tot vandaag als ‘diaken der aarde’ in een ‘schilderachtig’ en ‘paradijselijk’ hof. Van Sypestein vond dat Van de Rijp ‘goed heeft begrepen wat paste bij zijne wel eenvoudige woning’. Hij realiseerde bescheiden en toch voorbeeldig wat het grote voorbeeld van zijn tijd, de prinsenhovenier Van der Groen, voor ogen stond.
Met de groeiende ecologische crisis meerde zich het verwijt, verwijzend naar Genesis hoofdstuk drie, dat Jodendom en christendom de aarde slechts wilden onderwerpen, uitbuiten en bevolken. Verwoesting, roofbouw zonder cultivatie, onderhoud en behoud, gedachteloos onverantwoorde overbevolking zou het gevolg daarvan zijn.
Zonder twijfel streefden in verleden eeuwen ook christenen in menig opzicht en nu voor iedereen zichtbaar al te vaak ‘antichristelijke’ doelen na, en beriepen zich daarbij soms ook nog op de Bijbel, Christus en God. Zij vervulden daarmee een organisatiekundig wet waarnaar de oorspronkelijke doelstelling van een organisatie zich na verloop van tijd verkeert in haar tegendeel. Tegelijk waren er altijd ook christenen die daaraan leden en die daartegen protesteerden, al lang voor en ook na de reformatie. Kerkhistorici, zoals de Duitser Kurt-Dietrich Schmidt, 1896 - 1964, vroegen zich dan ook af waar de eigenlijke kerk was in al die kerken...
In de 20e eeuw gaven leiders van grote kerken het falen van hun kerk naar andere kerken, derden en de aarde openlijk toe en boden excuus aan. Deze ‘metanoia’, dit ‘omdenken’ zal ‘boete doen’ moeten worden: vernieuwd voorbeeldig handelen vanuit vernieuwd anders denken. Jodendom en christendom presenteren zich al twee millennia lang opmerkelijk pluralistisch en zij zijn omvangrijk. Actueel en genuanceerd herbezien van verwijten kan grenzen overwinnen en nodige wederkerige inspiratie toelaten...
Zelfzucht argumenteert ‘narcistisch’, zoekt om zich zelf te bevestigen het eigen geïdealiseerd spiegelbeeld in der ander, en sluit zich af naar wie dit niet bevestigt. Wijsheid echter zoekt het steeds grotere beeld, ook van de eigen blindheid en het eigen duister, en zal met steeds meer factoren rekening houden en zich open stellen voor inbreng en kritiek van anderen.
De hoftuin van onze doopsgezinde tuinliefhebber echter lijkt ten minste uiterlijk meer op een antithese van verweten ecologische verwaarlozing dan op medeplichtigheid aan cultuurloze roofbouw. Wat Van de Rijp de kennelijk gecultiveerde en verzorgde aarde in zijn hoftuin ‘oplegde’ was een consequent geometrische orde. Waarin elke plant haar eigen ruimte kreeg om daarin in haar aard te kunnen groeien en zich te kunnen ontvouwen. Kunst verbetert natuur waar deze in gebreke blijft, meende men.
Aan overbevolking heeft de in vakkringen van tuinkunstkenners sinds meer dan honderd jaar welbekende en geprezen tuinkunstenaar niets bijgedragen. Hij bleef kinderloos en we weten niet waarom. Zijn twee neven, zonen van zijn zuster en haar echtgenoot, zijn geloofsgenoot Gozewijn Centen, zouden van zijn geld een hofje bouwen en onderhouden, en zijn bewoners van het vruchtgebruik van zijn vermogen verzekeren.