Van zijn godin
Wie van zijn godin houdt zal blij verrichten al zij vraagt; hij dient haar van ganser harte en niet slechts voor het oog. Zij ziet hem altijd, kent hem van ver. Al haar wensen zijn hem lief en liefst leest hij ze van haar oog. Al haar opdrachten maken hem blij en hij is gelukkigst als hij haar mag dienen, hoe dan ook! Hij aanbidt haar, met hart, woord en daad. Hij is trots op haar, op hoe zij is. Liefst besteedt hij al zijn tijd aan haar. Als hij maar van haar mag zijn is alles voor hem goed en fijn. Zij is zijn leven, vrede en geluk. Zij is zijn heilige bron en monding van al zijn liefde.