Het perspectief in Van de Rijps tuin
Kijkt men nauwkeuriger naar de perken op het schilderij Gerard van de Rijp in zijn tuin en moest men misschien zelf ooit perspectief tekenen in een technische of artistieke opleiding of beroep, vallen al snel perspectivische ongerijmdheden op in het tuinportret. Deze perspectivische ongerijmdheden of inconsequenties vallen niet te wijten aan een vertekening door de lens van een fototoestel.
Vandaag tovert men met één zacht klikje een perfect perspectivische afbeelding op het scherm van fototoestel of handheld, zonder ook maar ooit van regels voor perspectiefconstructie gehoord te hebben. De Renaissance-kunstenaar echter moest het perspectief nog moeizaam stap voor stap construeren, zoals Albrecht Dürer in zjn ‘Underweysung der Messung, mit dem Zirckel und Richtscheyt, in Linien, Ebenen und gantzen corporen’ liet zien. De Europese zoektocht naar een perspectivisch systeem begon al 500 v. Chr. in het Oude Griekenland en culmineerde in de Renaissance, zoals in werk van de Franse mathematicus en ingenieur Girard Desargues (1591 - 1661).
Het lijkt alsof de onbekende kunstenaar van Van de Rijps tuinportret nog niet op de hoogte was van de laatste ontwikkelingen in de perspectiefconstructie van zijn tijd. Hij kon het driehonderd jaar geleden ook slecht ‘even op het internet opzoeken’. Hij moest het doen met wat hij had geleerd en eventueel in nieuwe boeken vond. Hij had zijn kennis en zijn artistiek gevoel bij zich. De schilderaar van Van de Rijps tuinportret paste het tweepuntperspectief principieel correct toe. De rechte lijnen lopen consequent naar een van de twee vluchtpunten. Perspectivisch verkorte rondingen en details in de mandalaperken achter Van de Rijp overtuigen minder.
De Italiaanse Renaissance berekende en construeerde kunstwerken toenemend consequent volgens wiskundige principes. Elk detail werd formeel aan het geheel gerelateerd en alle details onder elkaar aan elkaar. In de Lage Landen echter trachtte men voorlopig nog ernaar, details zo correct mogelijk weer te geven en hoopte, dat zij uiteindelijk een min of meer geloofwaardig geheel zouden vormen. Binnen deze categorieën valt het perspectief in Van de Rijps tuinportret te waarderen.
Inconsequent perspectief
Meestal worden de perken op het tuinportret als struikjesperken ‘gelezen’. Het valt echter op, dat deze niet hoger zijn dan enkele centimeters, niet hoger dan Van de Rijps voeten. De huidige perken in het Rijpenhofje zijn het schilderij nagevoeld. Zij zijn echter zo hoog of hoger dan de bloempot op het schilderij waarin de stokroos groeit. Daarmee zouden zij Van de Rijp zeker tot aan de zoom van zijn Japonse rok hebben gereikt. Dit is niet wat de schilder op het tafereel weergaf. Had de schilder de perken zo hoog uitgevoerd, dan hadden de voorliggende perken de achterliggende perken deels verborgen en daarmee veel van wat de tuinkunstenaar blijkbar wilde laten zien.
In het detail hiernaast heb ik met witte lijnen aangeduid, hoe het schilderij met perkjesstruiken had uitgezien. Perkenstruikjes van ongeveer dertig centimeter hoogte zouden een heel ander schilderij hebben opgeleverd. In Van de Rijps dagen omgaf men perken echter niet alleen met struikjes. Men markeerde hen ook met verschillend kleurende aarde, zand en gesorteerde potscherven (Hunt en Williams 1988, Hunt 1990). Mogelijk kunnen de perken ook zo worden ‘gelezen’, wat hun geringe hoogte kan verklaren.
Een ander perspectivisch incorrect ogend detail betreft de middellijn van het ‘Klaverblad’ of ‘kruis’ (♣) op de grond rechts achter Van de Rijp. Zij wijkt duidelijk af van de lijnen die naar het linker vluchtpunt lopen. De illustratie toont de middenlijn van het Klaveren-symbool als rode stippenlijn, die meer naar de kijker die voor het schilderij staat loopt en zich minder voegt in het omgevende perspectief. Het effect van deze incorrectheid is dat het Klaverblad of kruis duidelijker zichtbaar en onderscheidbaar wordt voor de kijker. Het lijkt op een compromis tussen de vluchtpuntlijnen en een verticale lijn. Ook zouden de drie bladeren horizontaal meer ovaal moeten verschijnen en minder cirkelvormig. Het lijkt alsof de tuinkunstenaar zelf, of zijn schilderaar, het Klaverblad onmiskenbaar herkenbaar wilde hebben.
Men kan de inconsequenties in het perspectief op het tuinportret op verschillende manieren lezen. Aan de ene kant worstelde de mens van de Renaissance nog met de correcte weergave van het perspectief als een driedimensionale illusie op een tweedimensionaal vlak. Aan de andere kant werd het schilderij pas na de Renaissance, volgens het Rijksmuseum kort voor 1700, geschilderd. De schilder van Van de Rijps tuinportret was mogelijk nog niet op de hoogte van de laatste inzichten en ontwikkelingen betreffende de constructie van een in elk detail correct perspectief, zoals zij in Italië en Frankrijk in zijn dagen pas werden gepubliceerd. Men mag zich ook aan het opmerkelijke gegeven herinneren, dat een befaamde schilder en tijdgenoot als Rembrandt complexe architectonische motieven meed. Uiteindelijk lijken de perspectivische inconsequenties deels ook opzettelijk en bewust te zijn gebruikt, om bepaalde structuurelementen in het tuinontwerp duidelijker naar voren te laten komen.
- 100 jaar Rijpenhofje
- Het Rijpenhofje
- Schilderijen
- Waardering
- Gerard van de Rijp in zijn tuin
- Het spirituele hof
- Het beminde hof
- Het analytische hof
- Appels en peren vergelijken
- Alchemie, Chassidisme en tuinkunst
- Jungiaanse en symbolische psychologie
- Van de Rijps tuinkunst als onbewuste expressie
- Van de Rijp als Adam
- Van de Rijps anima en zelf
- De tuin als archetype
- De roos als archetype
- De stokroos als archetype
- Stok en staf
- De boom als archetype
- De plant als opus magnum
- De perkenmandala's
- De hogere én de lagere mens
- Een momentopname van innerlijke rijping
- Vier, drie, twee en één in het tuinportret
- Onvermoeide fascinatie
- Een leven lang
- Conclusie en wens
- Gozewijn Centen en zijn gezin
- Schilderijen
- Het Rijpenhofje in 1982
- Reglement voor het Rijpen Hofje 1837
- Vier eeuwen hofjes in Amsterdam
- Dank
- Bronnen