Gerard van de Rijp in Paleis Het Loo en bij Christie's
Internationale erkenning voor Gerard van de Rijp als tuinkunstenaar van de Gouden Eeuw

Koning Willem III, ca. 1680
Stadhouder-koning en soevereine prins
van Oranje van het Huis Oranje-Nassau
sinds geboorte, 1650 - 1702
Olie op doek, historicalportraits.com
R. Redcoat 2009 commons.wikimedia
Vijfentwintig jaar geleden trok het vandaag onderschat en vergeten schilderij Gerard van de Rijp in zijn tuin de aandacht in Paleis Het Loo in Apeldoorn en bij Christie's in Londen. In 1988 in Het Loo en 1989 bij Christie's gaven deskundigen het een prominente plaats naast de portretten van Koning Willem III en Koningin Mary.
‘De jacht en de tuinkunst zijn mijn twee grote passies’,
schreef Willem III (1650 - 1702) aan Willem Bentinck (1649 - 1709).
Als stil en geordend landschap creëerden de tuin een sfeer van tevredenheid en kalmte, de Nederlandse ‘rust’. De tuin schonk verademing na en naast bedrijvigheid, drukte, lawaai en de rook van de hoofdstad. Het esthetische grondbeginsel dat de aanleg van landschappen met gebouwen en tuinen leidde luidde:
Schoonheid heeft een natuurlijke en een conventionele oorzaak. Natuurlijke Schoonheid komt door geometrie en Conventionele Schoonheid door gewenning van zintuigen aan wat pleziert. Altijd is de Natuurlijke of Geometrische Schoonheid de vuurproef.

Johann Wilhelm Bentinck, 1698
Hans Willem Bentinck 1649 - 1709
1e graaf van Portland, Nederlands
generaal en diplomaat. Favoriet van
de Koning: de A'damse burgemeester
Nicolaes Witsen noteerde dat Willem III
niets deed zonder zijn toestemming.
Olie op doek
Anathema 2005 commons.wikimedia
Met de aanleg van Het Loo verbond Willem III tuinkunst met staatskunst. De boogvorm als 'theater’ in tuinen in Frankrijk en Luxemburg dienden als voorbeeld. Op Zorgvliet, Heemstede en Het Loo pronkten oranjebomen, exotische planten en vormsnoei in potten in theatrale scenes. De allegorische betekenis van de oranjeboom groeide. Hij werd al lang verbonden met Hercules die de gouden appels uit de tuinen der Hesperiden haalde als beloning voor moed en deugd. De oranjeboom werd hét embleem van de oranjevorst Willem III, die als nieuwe Hercules land en geloof verdedigde tegen de Franse Apollo, Lodewijk XIV. De permanente tentoonstelling in het Prinsenhof in Delft houdt de herinnering levend.
De catalogus van de internationale tentoonstelling ‘De Gouden Eeuw van de Hollandse Tuinkunst’ eert het schilderij Gerard van de Rijp in zijn tuin als ‘unieke document’ met een grote reproductie en een uitvoerige en liefdevolle beschrijving en vakkundige waardering op z'n Engels en Nederlands. De catalogus plaatst het schilderij in zijn cultuurhistorische context waarin het zijn culturele en historische waarde bewijst.

Wapen van Orange, Vaucluse, Zuid-Fr. Einde 12e eeuw toe- gekend aan de stad door de prinsen van Oranje van het huis des Baux. Blazon Project Spedona 2007 commons.wikimedia
In de tweede helft van de 17e eeuw was de tuinkunst een van de meest geliefde kunstvormen, niet alleen in Nederland en Engeland. Van de Rijps schilderij brengt iets over van de vreugde die tuinen de mensen bereidden. Hoe kwetsbaar historische tuinen zijn blijkt daaruit, dat vele verdwenen. Naast weinige die werden hersteld en nog worden onderhouden, zoals in Het Loo, herinneren documenten aan hun aanleg en schilderijen als dat van Van de Rijp aan hun bloeiend pronken.