Conclusie en wens
Ik waagde over de door Van de Rijp aangeboden compositie en symboliek van het schilderij Gerard van de Rijp in zijn tuin een reeks voorlopige analogieën. Voor de alchemist van de 17e eeuw had het alchemistisch vat de psychologisch integrerende functie van een projectiescherm voor zijn innerlijke rijping, verdieping en bewustzijnsverruiming als totale mens. Voor Van de Rijp lijkt zijn tuin iets van die integrerende functie gehad te hebben. Met de symboliek die hij verkoos laat hij tot vandaag de kijker niet slechts openhartig in zijn tuin kijken, maar ook in zijn innerlijk, in zijn spiritualiteit en ziel.

Noord-Hollandse School
einde 17e eeuw, olie op doek
Kalab 2013
De onbekende schilder van Gerard van de Rijp in zijn tuin mag ambachtelijk minder ontwikkeld blijken dan Lubienietzky, die Gozewijn Centen en zijn gezin schilderde. Alsnog noemden internationaal herkende cultuurhistorici en kenners van ‘de tuinkunst van de Gouden Eeuw’ Van de Rijps tuinportret een ‘uniek en zelden document’. Zij verkozen het voor tentoonstellingen voor Het Loo in Apeldoorn en voor Christie's in Londen en plaatsten het prominent naast koninklijke portretten van ‘William and Mary’. Het is een cultuur-historisch ‘monument’ dat zijn materiële waarde overstijgt en alle zorg verdient.
Verder acht ik het schilderij van Van de Rijp psychologisch inhoudelijk en symbolisch authentiek en niet minder rijk en diep als het familieportret van Gozewijn Centen. Om zijn geometrie, om zijn eigenwillig complexe en archetypisch sprekende symboolkeuze blijkt het schilderij dieptepsychologisch alles behalve ‘nietszeggend’, of ‘saai’. Naast de wetenschappelijk geattesteerde cultuur-historische betekenis heeft dit schilderij ook een dieptepsychologische betekenis en historische waarde als een document van een individuatieproces in de Gouden Eeuw, dat pas vanuit de werking van gewetensvrijheid begrijpelijk wordt. De patronen die Van de Rijp in zijn tuin en op het schilderij toont zijn immers niet te vinden onder de vele die conventionele patronen die Van der Groen in zijn populaire werk over het ‘Landt-leven’ aanbiedt. Waarschijnlijk heeft Van de Rijp ze zelf ontworpen. Daarmee zegt deze doopsgezinde diaken iets over hoe hij zich zelf als mens zag, hoe hij in de natuur stond en hoe hij zich maatschappelijk en spiritueel positioneerde:
- Hoe hij zich naast zijn stokroos plaatste en hoe hij door zijn tuin heen vrouwelijke symbolen verheft spreekt daarvoor, dat hij min of meer bewust ernaar streefde als man ook het vrouwelijke principe, dat in zijn protestantse metafysiek ontbrak, in zijn innerlijk onder ogen te zien en te integreren.
- Hoe hij zich als koopman plaatst voor de linker symmetrische perk, op de plek waar men Ruiten, ♦, het symbool voor kooplui en handel, mag verwachten, tegenover het symbool Schoppen, ♠, het symbool voor de gewapende adel en militair, spreekt daarvoor, dat hij zich als doopsgezinde koopman bewust was van de gevolgen van zijn doopsgezind pacifistische houding in zijn cultuur.
- De in de vormconventies van zijn omgeving unieke vormcombinaties van cirkel en vierkant in het centrale symmetrische tuinperk of perkenmandala treden in alle tijden en ruimten typisch daar op waar iemand bewust of onbewust ernaar streeft, onverenigbare tegenstellingen te verenigen tot een geheel. Zij spreken daarvoor, dat hij min of meer bewust naar innerlijke heelheid een eenheid trachtte, ook compleet te zijn en niet slechts correct.
Bij onverenigbare tegenstellingen valt hier te denken aan zo verschillende aspecten als:
- mannelijk tegenover vrouwelijk;
- doppsgezind pacifisme en weerloosheid tegenover vervolging, verdrijving en executie van andersgelovigen, die buiten de Republiek in Europa doorgingen, en oorlogen, en,
- filosofisch-religieuze incommensurabiliteit, zoals verwoord en gepresenteerd in vrije en beginnend historischkritische exegese in collegiantencolleges.
De opvallende individualiteit van zijn door kunsthistorici geattesteerd ‘uniek’ tuinontwerp valt niet te begrijpen zonder doopsgezinde ‘gewetensvrijheid’. Dit uiteindelijk maakt het schilderij Gerard van de Rijp in zijn tuin een uniek doopsgezind document van de Gouden Eeuw, dat aantoont hoe belangrijk en vruchtbaar gewetensvrijheid voor de innerlijke ontwikkeling en rijping van een individu kan zijn.
Ik hoop van harte, dat dit cultuurhistorisch, dieptepsychologisch en spiritueel ‘unieke’ document Gerard van de Rijp in zijn tuin op tijd met de nodige vakbekwaamheid gerestaureerd kan worden, om de beginnende schade te stoppen en om het in zijn oorspronkelijke authenticiteit en helderheid te herstellen, zodat het, zoals Gozewijns familieportret, op een waardige plaats voor geïnteresseerden toegankelijk wordt en kan blijven verrassen. Liefst zag ik hen beide naast elkaar...