Een leven lang
Analytische psychologie kijkt door verschijningsvormen van psychische uitingen heen en uit op symbolische betekenissen van hun archetypische grond. Zij onderscheidt daarbij de eindeloze variaties van concretiseringen in tijd en ruimte van de steeds terugkerende onderliggende vormloze nog niet geconcretiseerde archetypen.
Zoals de genetica zich niet verliest in de concrete materiële bouwstenen van de helix, maar haar onderliggende orde en structuur bestudeert. Vergelijkbar met hoe atomen hun plek vinden in de structuur van een kristalrooster, vindt het culturele en persoonlijke materiaal zijn plek in een onderliggend archetypische structuur in het individu. Met elkaar vergelijkbar ordenen het instinct vanuit het biologische en het archetype vanuit het onbewuste het menselijke fysische en psychische leven en diens uitdrukking.
Daarbij brengt het onbewuste het bewuste voort en het tracht het eerst onbewuste ‘zelf’ zich in het leven van individu en collectief toenemend te manifesteren. In dit levenslange proces ontwikkelt de rijpende mens een voor hem geheel eigen balancerende verstandhouding met het onbewuste via het toenemend bewuste ‘zelf’. Zolang een mens leeft en daarvoor open kan staan en staat, zet dit proces door en is niet afgesloten.
Wie bewust naar individualisatie streeft, naar groeiende bewustwording en rijping, of te worden wie hij in wezen is, die zal zich noch door uit de biologische sfeer opduikende instincten, noch uit de archetypische sfeer opduikende impulsen, zonder meer zo maar laten meeslepen. Hij zal ook trachten, de ‘massa’, haar media en eisen te weerstaan en om een eigen oordeel ringen. Waar nodig zal hij met een ‘nieuwe ethiek’ anders handelen dan zijn omgeving (Neumann 1982). Niet om zich postmodern modieus te onderscheiden met uierlijkheden, maar om innerlijk trouw te blijven aan zijn zelf. Het gaat hem niet daarom, zich van anderen te onderscheiden om op te vallen, alsof hij zich nog aan hen zou oriënteert en naar hen richten. Zijn ego zal sterk worden en niet langer groot te hoven verschijnen in bewonderende spotlights van anderen.
Zoals een doopsgezinde loyaal tracht te zijn tegenover zijn geweten, zo tracht de individuerende loyaal te zijn tegenover zijn eigen innerlijk bewustzijn en licht. Dat betekent dat hij geloofd in en trouw is aan wat hij op een gegeven moment weet. Aan wat hij zich tot nu toe bewust werd van zich zelf, van de wereld waarin hij leeft, van de immanentie en transcendentie en van de hun verbindende onderliggende archetypische patronen. Boven en beneden, buiten en binnen, psyche en wereld, midden en horizon zijn noch steeds onderscheiden, en alsnog werden zij voor hem één. Hij zal driften en instincten, beelden en het beeld-loze, zin en zin-gebrek loochenen noch ontkennen, noch machte-loos hoeven te volgen. Hij kan hen onder ogen zien, en kiezen of hij iets met hen doet, en zo ja wat. Zo zal de mens zijn leven lang leren, zolang gezondheid en omstandigheden het hem veroorloven, tot in het sterven...

Gerard van de Rijp in zijn hoftuin Anoniem, Noord-Hollandse School, laat 17e eeuw, Olie op doek, 81 x 98 cm. Kalab 2013
Het proces van zelfwording verschijnt aan het bewustzijn in uiteenlopende beelden en symbolen. Het verschijnt als mens, dier, plant en als abstract patroon, complex of zeer eenvoudig. In Van de Rijps laat zeventiende-eeuwse dubbel kunstwerk van tuinportret en hoftuin blijkt het zich te tonen in planten, vaatwerk, piëdestallen, kleuren van het kaartenspel, min of meer abstracte geometrische perken en eenvoudige getallen-verhoudingen. Dit proces lijkt zich ook te tonen, zij het ietwat meer verborgen, in Gozewijn Centen zijn familieportret.
- 100 jaar Rijpenhofje
- Het Rijpenhofje
- Het Rijpenhofje in 1982
- Reglement voor het Rijpen Hofje 1837
- Vier eeuwen hofjes in Amsterdam
- Dank
- Bronnen