Alchemie, Chassidisme en tuinkunst als wegen voor persoonlijke groei
Deze sectie zal het tuinportret ‘Gerard van de Rijp in zijn tuin’ in zijn cultuurhistorisch context van alchemie en Chassidisme zetten en deze min of meer mystieke bewegingen vergelijken met de tuinkunst. In alle drie bewegingen ging het ook om wat wij vandaag persoonlijke ontwikkeling zouden noemen.
Op het eerste, oppervlakkige en snelle gezicht lijkt het vreemd, de aardse en onschuldige tuinkunst te vergelijken met de obscure en voor de kerk verdachte alchemie en met het enthousiaste en mystieke Chassidisme. Toch plaatst deze vergelijking Gerard Van de Rijps tuinkunst naast het werk van tijdgenoten en persoonlijkheden als Jan Baptista van Helmont (1579 - 1644), de ‘laatste der magiërs’ Sir Isaac Newton (1642 - 1727) en de Joodse mysticus Yisroël ben Eli (1698 - 1760), de Baal Shem Tov, de ‘meester van de goede naam’.
De tuinkunst van Van de Rijp valt in haar wezen te vergelijken met alchemistisch en chassidisch streven van zijn tijd. Alchemie, Chassidisme en tuinkunst bloeiden aan de overgang van Renaissance naar Verlichting. Nu, driehonderd jaar later, verschijnen zij in menig opzicht bijgelovig, kunstmatig, magisch, bevreemdend en al te religieus. Toen echter waren deze sferen van materie en geest die wij zo netjes en soms krampachtig gescheiden houden voor velen nog onlosmakelijk met elkaar verbonden en dooreen geweven. Zij werden als één beleefd en verbonden en niet gescheiden zo als wij hen vandaag beleven. Alchemist, Chassid en tuinkunstenaar waren kinderen van hun tijd.

Mr l'abbé Delagrive 1689 - 1757 Algemeen plan van het kasteel en het park van Versailles 1746 Greenhorn 2007 commons.wikimedia
Van de Rijps tuinportret reikt motieven aan die Jungiaanse en symbolisch psychologische overwegingen uitnodigen en uitdagen. Als artistieke, erotische en religieus-spirituele manifestatie is Van de Rijps hoftuin namelijk ook een manifestatie van zijn psychische ontwikkeling. Deze lijkt niet alleen interessant en opmerkelijk voor hem als individu, maar ook voor de doopsgezinde geloofsgemeenschap van zijn tijd waar hij een vooraanstaand representant van was. Verdere invalshoeken zouden nog andere facetten van dit onopvallende en toch unieke en intieme schilderij aan het licht brengen. Het ademt meer van de geest van zijn tijd dan men op het eerste blijk zou vermoeden.
Al in eerdere hoofdstukken begon ik, Van de Rijps tuinportret in zijn tijdelijke context te plaatsen. In het hoofdstuk ‘Waardering’ raakte ik relevante aspecten als kunst-, geestes- en kerkgeschiedenis, om het schilderij te kunnen waarderen. Het hoofdstuk ‘Gerard van de Rijp in zijn tuin’ introduceerde de tuinkunst van de Gouden Eeuw. ‘Het spirituele Hof’ overwoog christelijk spirituele noties die een rol speelden. ‘Het beminde Hof en de afwezige geliefde’ schuwden de erotische en seksuele aspecten van de tijdgeest van toen niet. De genoemde thema's zijn niet van elkaar te scheiden als zij in een mens en zijn beleving zich verbinden en samenvloeien. Zo levert de kijk op ‘de mens als plant’ vanuit een christelijk spirituele invalshoek een ander beeld op dan vanuit een archetypisch invalshoek, dat de horizon ver buiten christelijk denken legt. Uiteindelijk kunnen in de Jungiaanse en symbolische kijk de verschillende aspecten samenkomen om licht te werpen op de psychische dimensie van het schilderij.
- 100 jaar Rijpenhofje
- Het Rijpenhofje
- Schilderijen
- Waardering
- Gerard van de Rijp in zijn tuin
- Het spirituele hof
- Het beminde hof
- Het analytische hof
- Conclusie en wens
- Gozewijn Centen en zijn gezin
- Schilderijen
- Het Rijpenhofje in 1982
- Reglement voor het Rijpen Hofje 1837
- Vier eeuwen hofjes in Amsterdam
- Dank
- Bronnen