Een momentopname van innerlijke rijping
Onder meer de socioloog Max Weber (1864 - 1920) wees op samenhangen tussen protestantisme en de opkomst van het kapitalisme. Volgens hem was de protestant door zijn arbeidsethos verplicht tot vlijtig werken en vooruitkomen in de wereld en tegelijk tot bescheidenheid. Hij mocht slechts een sober gedeelte van de vruchten van zijn werk zelf genieten. Dit zou hebben geleid tot een groei van kapitaal (Weber 1934).

Maximilian Carl Emil Weber 1864 - 1920 Duits econoom, geschiedkundige, rechtsgeleerde en medegrondlegger van de sociologie. Foto 1894 Kelson 2005 commons.wikimedia
Van de Rijp verbruikte zijn verworven weelde niet zelf en stond door zijn testament ook niet toe, dat anderen het voor zich zelf verbruikten. Dat hij van zijn kapitaal een hofje stichtte kan als een doopsgezinde expressie van protestants arbeidsethos worden gezien. Alsnog stond zijn geweten hem een hoftuin toe, waarschijnlijk ten noorden van Amsterdam, wellicht in De Rijp (Hunt en Williams 1988).
De vorm, die Van de Rijp zijn hoftuin gaf, verschijnt als een uitdrukking van zijn innerlijk proces van herwaardering van het vrouwelijke en vereniging van tegenstellingen. In de perken en mandala's speelde hij met de getallen van de tetractys. De linker mandala reflecteert symbolisch zijn maatschappelijke positie en status. De rechter mandala lijkt voor de kijker als gehuld in ‘nevelen der eerste scheppingsdagen’ die heiig door de tuin trekt. Deels kan dit aan lichtinval liggen, deels aan de glans van het vernis. Ik vermoed echter, dat vocht het schilderij daar beschadigde. Voor de mandala in het midden gebruikte hij streng geometrische vormen die hij even streng ordende. Met zijn abstracte complexe vorm verwijst de mandala in het midden het duidelijkst naar het transcendente en op de het individuatieproces van de ontwikkeling van een zelf.

Gerard van de Rijp en zijn stokroos als ‘dyade’. Kalab 2014
Dat de tuinkunstenaar aan het einde van de zeventiende eeuw deze vormgeving niet kon kiezen volgens de inzichten en modellen die Jung en anderen in de twintigste eeuw ontwikkelden ligt voor de hand. Zoals Jung aantoonde is individuatie een natuurlijk proces in de ziel dat zich door de tijden en culturen heen in mandalavormen toonde. Mogelijk had Van de Rijp niet door, dat dit natuurlijk proces zich in hem voltrekt. Cruciaal was en is, dat het proces mag plaatshebben, zo weinig mogelijk gehinderd wordt en mogelijk bevorderd wordt.
Veel spreekt daarvoor, dat het intieme portret ‘Gerard van de Rijp in zijn tuin’, met zijn unieke en van de modieuze trend afwijkende vormgeving, een bepaald moment van Van de Rijps innerlijke ontwikkeling en rijping vasthield. In de termen van de kwadratuur van de cirkel en het axioma van Maria, die als een aanhoudende groeibeweging tussen de getallen een, twee, drie en vier voorstelt, ben ik geneigd te stellen, dat de tuinkunstenaar in zijn ontwikkeling bij de ‘dyade’, de twee was beland toen hij zich in zijn tuin liet portretteren, en onderweg was naar de monade, de één.
- 100 jaar Rijpenhofje
- Het Rijpenhofje
- Het Rijpenhofje in 1982
- Reglement voor het Rijpen Hofje 1837
- Vier eeuwen hofjes in Amsterdam
- Dank
- Bronnen