Wetenschappelijke beelden en werkelijkheid
Wetenschappen dragen begrippen en concepten aan als ‘beelden’ om de werkelijkheid te kunnen beschrijven en beter te kunnen begrijpen. Deze belden zijn niet de werkelijkheid zelf. De natuurwetenschap opereert met beelden over materie, zoals het schalenmodel voor atomen of het paradoxe deeltjes- en golfmodel voor het licht. De psychologie opereert met schijnbeelden over de psyche of ziel.

1 Å = 1 × 10-7mm; 1 fm = 10-15m = 0,000.000.000.000.001m. Een figuratieve afbeelding van de helium-4- atoom met de elektronenwolk in grijstinten. De kern toont de twee protonen en twee neutronen als afzonderlijke deeltjes, lijkend op rode en blauwe biljartballen. In een reëel heliumatoom echter liggen de protonen in de ruimte over elkaar heen en bevinden zich hoogstwaarschijnlijk in het centrum van de kern. Dit geldt ook van de twee neutronen. Alle vier deeltjes bevinden zich hoogstwaar- schijnlijk in exact dezelfde ruimte op het middelpunt. Klassieke beelden van afzon- derlijke deeltjes kunnen de ruimtelijke verdeling van nucleonen in een heliumkern niet weergeven. Een nauwkeuriger beeld is, dat de ruimtelijke verdeling van nucleonen in de heliumkern, hoewel op veel kleiner schaal, meer lijkt op de hier getoonde he- lium-elektronenwolk dan op het fantasie- volle plaatje met biljartballen. Yzmo 2007 en.wikipedia.org
De analytische psychologie doet niet anders. Ook zij opereert met beelden over de psyche, zoals archetype, bewustzijn, libido en het onbewuste. Begrippen als archetype, golf, libido, onbewust, partikel en schaal zijn van een andere aard en natuur dan appels en peren die men in handen kan nemen, wassen, schillen en opeten. Het zijn beelden die helpen zich voorstellingen te maken van de anders onbegrijpelijke werkelijkheid, van de natuur en van de psyche als een deel van die natuur (Fuchs 1958, Jaffé 1997, 14, Audretsch 2012: 25-35).
Een hypothese is een voorlopige wetenschappelijke veronderstelling, om observaties, verschijnselen en problemen te kunnen testen met verdere experimenten, onderzoek en observatie. Het onbewuste is zo een hypothese, een veronderstelling gegrond op ervaring, om psychische verschijnselen te kunnen beschrijven en te begrijpen. Concepten van het onbewuste bestonden al eeuwenlang (Jaffé 1979: 221). Sigmund Freud (1856 - 1939) echter was de eerste die het onbewuste met wetenschappelijke methoden onderzocht (Freud 1922).
Jung schaarde zich vroeg bij wetenschappers en filosofen van zijn tijd die de belemmeringen van een materialistisch-mechanistisch determinisme achter zich lieten en het dualistische materie-geest paradox als een gegeven aanvaarden (Jaffé 1979).
- 100 jaar Rijpenhofje
- Het Rijpenhofje
- Schilderijen
- Waardering
- Gerard van de Rijp in zijn tuin
- Het spirituele hof
- Het beminde hof
- Het analytische hof
- Conclusie en wens
- Gozewijn Centen en zijn gezin
- Schilderijen
- Het Rijpenhofje in 1982
- Reglement voor het Rijpen Hofje 1837
- Vier eeuwen hofjes in Amsterdam
- Dank
- Bronnen