Autonoom onbewuste en regelend bewustzijn
De fundamentele fout met betrekking tot het wezen van het onbewuste is waarschijnlijk dat men algemeen aanneemt dat zijn inhouden ondubbelzinnig zijn, en een onveranderlijk plus- of minteken bezitten. Deze opvatting is volgens mijn bescheiden mening te naïef. De ziel als een zelfregulerend systeem houdt zich in evenwicht, evenals het lichaam dat doet. Alle excessieve processen roepen meteen een dwangmatige compensatie op. Zonder dat bestond er noch een normale stofwisseling, noch een normale psyche. In deze zin kunnen we de compensatietheorie tot basisregel voor het psychisch gedrag in het algemeen verklaren. Het tekort hier roept een teveel daar op. Zo is ook de relatie tussen bewust en onbewust een compensatorische relatie. Dit is één van de best bewezen praktische regels voor de droominterpretatie. Het is altijd nuttig om tijdens de droominterpretatie de vraag te stellen: welke bewuste instelling wordt door de droom gecompenseerd? (Jung VW 1: 109)
Al in de zeventiende eeuw bestonden noties van het onbewuste. Toch onderzocht pas Sigmund Freud (1856 - 1939) het onbewuste met wetenschappelijke methodes. Sinds Freud is het onbewuste een wetenschappelijk feit en nestelde het begrip zich in het algemene taalgebruik.

Rudolf Hausner 1914 - 1995: ‘Adam vor den Autoritäten I’, 1994 Cibachrome-aftrek, detail. Karmeliterkirche, Wiener Neustadt Onder de silhouet van Weense huisbergen en voor een transcendent collectief representeert de kunstenaar als adolescent het ‘heldere’ be- wustzijn en speelt biljard. Als personificatie van het collectief onbe- wuste grijpt Christus in het spel in. Rotatebot 2010 wikimedia.org
Sommigen vinden het idee eng, dat ‘iets’ in hen zou zijn dat zich aan hun bewuste controle onttrekt. Zij willen er liever niet aan denken, laat staan erover praten. Dit verandert natuurlijk niets aan het feit, dat hen veel van zich zelf onbekend, dus onbewust blijft. Desondanks, of juist daarom, bepaalt het onbewuste hun leven mee. Het wordt door onderdrukking en verdringing alleen sterker en minder handelbaar. Een vogelstruishouding tegenover het onbewuste helpt even zo weinig als de paraplu thuis laten als het regent. Het beste is en bijft, het onder ogen zien en bewust mee aan de slag te gaan.
Freud zag het onbewuste in wat we vergeten, onderdrukken en verdringen. Wat we te veel onderdrukken en verdringen leidt tot innerlijke conflicten tussen het bewuste en het onbewuste. Deze conflicten wederom verstoren het psychische functioneren (Ringel 1959, Kuiper 1984). Wie te veel onderdrukt en verdringt kan een ‘neuroosje’ oplopen, zoals sommigen zegen, en zoekt mogelijk relaas in medicamenten. De Rolling Stones bezongen in 1966 ‘Mother's Little Helper’, een geel pilletje dat moeder door de dag moet helpen. De medicamentenconsumptie liegt er nog steeds niet om (Wolffers 2009). Pas waar medicamenten niet meer helpen gaat men heel misschien ‘in therapie’.
Nadat Freud innerlijke conflicten vooral aan seksualiteit relateerde en werd het begrip ‘libido’ een ander woord voor ‘seksueel appetijt’. Zijn collega's vonden hem echter eenzijdig seksueel gefixeerd. Alfred Adler (1870 - 1937) wees op de rol die het machtstreven speelde in innerlijke conflicten. Carl Gustav Jung (1875-1961) opperde, dat de libido als algemene psychische energie zich op nog veel andere manieren uit dan in seksualiteit en macht. Freud begreep het onbewuste als problematisch en causaal. Jung zag ook de creatieve en finaal kant van het onbewuste, dat oplossingen aandraagt voor problemen en voor een betere toekomst.
Een gebalanceerde psyche vraagt, ietwat simpel gesteld, geschikt bemiddelen tussen het bewuste en het onbewuste, tussen bio-psychische behoeften van binnenin en maatschappelijke eisen van buiten. Of, zoals Freud het stelde, het bewuste ‘ego’, het ‘ik’, regelt een arrangement met het ‘id’, het ‘het’ of de driften, en het ‘superego’, dat braaf opeist wat ik meen, dat mama en papa, leraar, dominee en baas altijd al belangrijk en goed vonden voor mij.
Maar ja, zo waar en praktisch als dit inzicht al is, het houdt hier niet op. Want Jung deed de collectieve kant van het onbewuste uit de doeken, onze psychische ‘DNA’ als het ware. Met onze biologische DNA vormden onze voorouders ook onze psychische ‘DNA’, het collectief onbewuste dat wij met hen en met elkaar delen. Dit onbewuste omhelst niet slechts een problematisch verleden, maar biedt ook een kans voor nu en de toekomst. Het regelende bewuste kan zich nu met zijn eigen verleden arrangeren én met het verleden van de voorouders. Voor een beter nu en voor een leefbaardere toekomst ook voor het nakroost.
In de volgende secties zal ik aspecten van het autonome onbewuste als zelfstandig handelend wezen en van het regelende bewustzijn als bemiddelende instantie voorstellen. Daarbij zal duidelijk worden hoe
- het onbewuste tegenover het bewuste zelfstandig ageert;
- begrensd het bewuste tegenover het onbewuste is;
- het onbewuste en het bewuste interacteren.
- 100 jaar Rijpenhofje
- Het Rijpenhofje
- Schilderijen
- Waardering
- Gerard van de Rijp in zijn tuin
- Het spirituele hof
- Het beminde hof
- Het analytische hof
- Appels en peren vergelijken
- Alchemie, Chassidisme en tuinkunst
- Jungiaanse en symbolische psychologie
- Van de Rijps tuinkunst als onbewuste expressie
- De hogere én de lagere mens
- Een momentopname van innerlijke rijping
- Vier, drie, twee en één in het tuinportret
- Onvermoeide fascinatie
- Een leven lang
- Conclusie en wens
- Gozewijn Centen en zijn gezin
- Schilderijen
- Het Rijpenhofje in 1982
- Reglement voor het Rijpen Hofje 1837
- Vier eeuwen hofjes in Amsterdam
- Dank
- Bronnen