De rozenboom
De hovenier van de Prins Jan van der Groen noemde de stamroos in 1699 ‘rozen boom’. Hij beschrijft haar in ‘Den Nederlantsen Hovenier’ in deel II op pagina 35 en 36:
Roose-boom

‘Bloemen-boom’ in Van de Rijps tuin Detail Kalab 2013
De roose-boom is zeer playzierig / vermakelijk en profijtelijk in den Hof / ’t zy alleen of aan de Galderyien of langs de Heyningen geplant. Den wel-edelen Heer Augerius Busbequius betuygt / dat de Turken de Roosen soo veel achten / dat zy nimmermeer toe en laten / dat de bladeren daar van op ‘d Aarde blijven leggen: want gelijkerwijs de Poëten verciert hadden / dat de Roosen van het bloed van Venus gesprooten waren / zoo geloven de Turken dat de Roosen van het zweet van Mahomer gekomen zijn. De Roose-boom worden aangeteelt van uytspruytsels ook van zaad aangweonnen en als de zaailingen een jaar out zijn mag men ze verplanten. Als men ze met de volle Maan verzet / werden ze vol en vruchtbaar van Roosen. De Muscus-roosen moeten des Winters voor de koude en Vorst nauw bewaart worden. Lelien, Look en Roosen willen gaarn op malkanderen wassen. Sommige soorten van Roosen bloeyen wat vroeger / sommige later in ’t jaar : van meest alle worden bloeyende gevonden in May of in ’t begin van July. Om vroege Roosen te hebben / sal men een putken van twee palmen breed maken rondsom den Roose-boom, en daar dan 's avonds en 's morgens warm water in gieten : Nochthans moet sulks geschieden niet eerder als hy knoppen begint te krijgen.
Aart, kracht en gebruyk
De bladeren van de bleomen van meest alle soorten van Roosen, omdat zy van verscheyden deelen gemaakt zijn / hebben daarom verscheyden krachten. Men vind in de selve aardachtige / t’ samen-trekkende en ook vochte of waterachtige deelen / en zy komen daer in over een dat se alle verkoelend van aart zijn. De Provincie Roosen en de roode of Aart-roosen werden meest in de Medicine gebruykt. De Provincie Roosen doen de gal en galachtinge vochtigheden seer sachtelijk nedersakken / matigen de hitte des bloeds / verstercken het herte / openen de verstopte Lever / en genesen de geel-sucht / water-sucht / en lang-duurende koortsen. Uytwending werd seer nutelijk een Roosen-koek met Roosen-azijn bevochtigt / op het hooft geleyt / voor hoofdplijn en ongerusteyd en heete en brandende koortsen. De Aart-roosen zijn t’ samentrekkende van aart / verstercken de Lever en Maag / en werden veel gebruykt om de buyk-loopen te stempen. Men maakt van de Roosen Water / Azijn / Syroop / Conserf / Olie en Roosen-honing / de welke in de Apotheken de vinden zijn. (Accentuering fk)
Door vrijwel heel de omsloten tuin van Gerard van de Rijp lichten rozen en andere bloemen op als bonte flitsen. Het Hooglied al verbond de roos met de geliefde. In het christendom werd de roos een beeld voor de maagd Maria. Nog steeds schenken mannen hun geliefden rozen, liefst rode. Dat Van de Rijps tijdgenoot Van der Groen de stamroos ‘rozen-boom’ noemde verbindt haar met het symbool van de boom.
- 100 jaar Rijpenhofje
- Het Rijpenhofje
- Schilderijen
- Waardering
- Gerard van de Rijp in zijn tuin
- Het spirituele hof
- Het beminde hof
- Het analytische hof
- Conclusie en wens
- Gozewijn Centen en zijn gezin
- Schilderijen
- Het Rijpenhofje in 1982
- Reglement voor het Rijpen Hofje 1837
- Vier eeuwen hofjes in Amsterdam
- Dank
- Bronnen