Het individuatieproces
Jedes Wesen kann nur in seinem Gegenteil offenbar werden, Liebe nur in Haß, Einheit in Streit. Wäre keine Zertrennung der Prinzipien, so könnte die Einheit ihre Allmacht nicht erweisen; wäre nicht Zwietracht, so könnte die Liebe nicht wirklich werden.
- Elk wezen kan slechts in zijn tegendeel openbaar worden, liefde slechts in haat, eenheid in strijd. Was er geen scheiding van principes, zo zou de eenheid haar almacht niet kunnen tonen; was er geen tweedracht, zo zou de liefde niet werkelijk kunnen worden.
- Friedrich Wilhelm Joseph Schelling. Philosophische Untersuchungen über das Wesen der menschlichen Freiheit 1809.

Martin van Heemskerck 1498 - 1574 Adam en Eva, 1550 Verschillende huidtinten onderstrepen het verschil tussen man en vrouw Olieverf op hout, detail Musee des Beaux-Arts, Strasbourg Regi51 2010 commons.wikimedia
Het zelf verbindt het unieke met het eeuwige, het individuele met het algemene. Het zelf is een vereniging van de tegenstellingen bij uitstek. (C. G. Jung VW 5: 25)
Volgens Jung verandert in de tweede levenshelft de psychologische instelling van meer extravert naar meer introvert en zet het archetype van het zelf het al lopend individuatieproces, het proces van zelfwording, voort. De eigen persoon en het leven komen in een breder en groter verband te staan, innerlijk en uiterlijk.
Wat voor een jong mens als een regressie geldt, namelijk de vrouwelijkheid van de man (gedeeltelijke identiteit met de moeder) en de mannelijkheid van de vrouw (gedeeltelijke identiteit met de vader) krijgt in de tweede levenshelft een andere betekenis. De assimilatie van de contraseksuele tendens wordt een taak, die volbracht moet worden, om de libido op gang te houden. De taak bestaat uit een integratie van het onbewuste, dat wil uit het samenvoegen van ‘bewust’ en ‘onbewust’. Dit proces heb ik individuatieproces genoemd. (C. G. Jung VW 8: 160)
Innerlijk hoort bij de realisatie van het groter levensverband onder meer de ontdekking en acceptatie van het andere geslacht in het eigen innerlijk. Elk mens heeft beide seksen in zich. Door de identificatie van de man met het mannelijke geraakte zijn vrouwelijkheid in zijn schaduw. Zijn onbewuste is daarmee vrouwelijk en bejegent hem als anima vrouwelijk. Door de identificatie van de vrouw met het vrouwelijke geraakte haar mannelijkheid in haar schaduw. Haar onbewuste is daarmee mannelijk en bejegent haar als animus mannelijk. Dit principe geldt ook voor andere innerlijke kwaliteiten, die nu ontdekt en geïntegreerd kunnen worden.

Standenmandala in Van de Rijps tuin Olie op doek, detail, laat 17e eeuw Kalab 2013

mandala van het zelf in Van de Rijps tuin Olie op doek, detail, laat 17e eeuw Kalab 2013
Ook uiterlijk sociaal-cultureel komt het tot een heroriëntatie. Volk, geschiedenis, cultuur, afkomst en geloof worden opnieuw bekeken en krijgen een nieuwe plek in bewustzijn en leven van het individu. Van de Rijps standenmandala op de aarde achter hem blijkt hiervan een symbolische expressie. Klaveren op de voorgrond was de symbool voor boeren en rechts daarvan ligt Schoppen, de speerpunt als symbool voor adel en militair. De doopsgezinde generaties voor Van de Rijp hadden en speciale band met boeren. Adel en militair onderdrukten, martelden en doodden boeren en doopsgezinden generaties lang. In Van de Rijps tijd verzachtte deze spanning, wat om een heroriëntatie ook van buiten af vroeg. Van de Rijps innerlijke heroriëntatie op zijn innerlijke tegenstellingen, zoals mannelijk en vrouwelijk, blijkt uit de symboliek van het middelste en centrale mandala, die ik de mandala van het zelf noem. Omdat deze in zijn vormgeving opvallend afwijkt van alle mij bekende conventies van perken uit zijn tijd en om zijn combinaties van vierkant en cirkel. Deze vormen zijn typische, tijden en culturen overkoepelende expressies van de vereniging van tegenstellingen in het onbewuste (Jung 2002). Beide mandala's zal ik verderop grondig analyseren en bespreken.
Te sterke afhankelijkheid van en oriëntatie op een collectief kunnen het individuatieproces belemmeren. Het bereiken van het doel individuatie, worden wie men in wezen is, lijkt alles andere dan vanzelfsprekend. Vasthouden aan status, rolmodel en gepercipieerde maar niet werkelijke verplichtingen kunnen het proces belemmeren en dwarsbomen. (Morris 1999, Jung VW 5, GW 17)
Zonder de beleving van de tegengesteldheid bestaat er ook geen ervaring van de eenheid. Hoewel het inzicht in de tegengesteldheid eigenlijk onmisbaar is, kan het toch in de praktijk door slechts weinig mensen worden verdragen. Het zelf is conflict en eenheid. (C. G. Jung GW 5: 26-27)
Gezien individueren betekent, te worden wie men in wezen is, zal de individuerende mens steeds verder onderscheiden tussen wat werkelijk van hem is en wat niet van hem is, of niet bij hem past. Vroeger of later zal hij daardoor met conventies in conflict komen en hen mogelijk zelfs moeten breken om trouw te blijven aan zich zelf. Echter waar de individuerende conventies breekt zal het hem er niet om puberprotest gaan, niet om het uitleven van ongecontroleerde driften of onverschillig egoïsme. De individuerende zal conventies breken uit noodzakelijke trouw tegenover zich zelf. Verkeerd begrepen plichtbewustzijn tegenover het collectief leidt telkens weer tot misdaad aan de menselijkheid (Neumann 1982). Uit een innerlijke noodzaak bewust moeten breken met conventies voert in gewetensnood die een belangrijk ingrediënt vormt van persoonlijke groei. De bewuste overwinning van deze gewetensnood en de bewuste keuze voor trouw tegenover zich zelf maken het individu meer bewust en laten het ervaren waardoor het anders is en zich onderscheidt. De gewetensnood maakt plaats voor het weten ‘dit hoort bij mij en dit niet’.
De veronderstelling dat het archetype altijd geprojecteerd beleefd wordt houdt in, dat het altijd tussen mens en mens en mens en wereld actief wordt en nooit slechts psychisch innerlijk of psychisch uiterlijk. Het individuatieproces lijkt een slechts innerlijk proces te zijn. Echter is het als in de alchemie steeds een belevingsproces dat zich met en aan de wereld voltrekt, aan mensen, natuur en voorwerpen. Daarmee treedt wat men voor de alchemie begreep als een ‘projectie op het stof’ in een nieuw licht. Want dientengevolge heeft de niet psychische wereld alsnog deel aan het proces. Het proces speelt zich niet slechts in de retort, in de schoenmakerswerkplaats of hoftuin af, maar altijd innerlijk en uiterlijk tegelijk. Ook de therapeut is voor de cliënt tegelijk een uiterlijke en innerlijke, een archetypische en specifiek individueel menselijke werkelijkheid. De gepolariseerde ervaring van het bewustzijn van binnen en buiten uit zich als een samenkomen van tegenstellingen, die zich als eigenlijke identiteit van binnen en buiten, van psyche en wereld uitdrukt. (Neumann 1992: 70)

Johannes Kepler 1571 - 1630 Illustratie van een serie ‘grote conjuncties’ uit Kepler's boek De Stella Nova, 1604 Ael2 2002 commons.wikipedia
De conjunctie van het bewustzijn met het onbewuste, dat wil zeggen de transcendente functie hoort bij het individuatieproces. De integratie van het onbewuste in het bewustzijn heeft een heilzaam effect. (C. G. Jung VW 8: 304-305)
De psyche stuurt af op het individu en vervult zich in het individuatieproces, in het proces van zelfwording, zelfvervulling, zelfvormgeving. Dit proces heeft niets te maken met een egotrip en egoïsme dat op kosten van anderen leeft. Het individu vindt zijn zin waar het de vormgevende tendentie van de psyche volgt (Neumann 1992: 114).
Met de individuatie realiseert het individu een nieuwe fase van het vormgevende, de zelfwording en zelfvormgeving. In de ontwikkeling van de mensheid vervulde deze taakstelling vroeger enkel de held of ‘grote enkeling‘. Met het dreigend gevaar van collectivisatie en massificatie werd deze vervulling echter de taak van een ieder. Hoewel het fenomeen van zelfwording pas in de moderne tijd aan de mens bewust werd, is de mens van natuur erop aangelegd een individu te zijn en een lot te hebben (Neumann 1992: 115). Hoewel het individu een voorbereide en voorgegeven collectieve neiging meebrengt moet deze echter worden opgeroepen door onherhaalbaar eenmalige en personale menselijke ontmoetingen. Daarin ontstaan telkens eenmalige variaties van de menselijke basisstructuur die de collectiefvarianten van het sociopsychische overstijgen. De ontwikkeling van elk mens wordt daardoor een niet uitwisselbare verbinding van archetypische, biopsychische en sociopsychische voorgegevenheid en individueel eenmalige ervaringen, zo dat het leven van elk mens, of hij het nu weet of niet, uiteindelijk een synthese van ‘persoon en mythe’ voorstelt (116). De interactie tussen ik en zelf leidt niet slechts tot ik-wording en bewustzijn, zij spoort in haar heelheid als zelf ook aan tot vervulling van de eenmaligheid van het individu in zijn beperking en vrijheid (117), kortom tot individuatie.
- 100 jaar Rijpenhofje
- Het Rijpenhofje
- Schilderijen
- Waardering
- Gerard van de Rijp in zijn tuin
- Het spirituele hof
- Het beminde hof
- Het analytische hof
- Appels en peren vergelijken
- Alchemie, Chassidisme en tuinkunst
- Jungiaanse en symbolische psychologie
- Van de Rijps tuinkunst als onbewuste expressie
- De hogere én de lagere mens
- Een momentopname van innerlijke rijping
- Vier, drie, twee en één in het tuinportret
- Onvermoeide fascinatie
- Een leven lang
- Conclusie en wens
- Gozewijn Centen en zijn gezin
- Schilderijen
- Het Rijpenhofje in 1982
- Reglement voor het Rijpen Hofje 1837
- Vier eeuwen hofjes in Amsterdam
- Dank
- Bronnen