Hebreeuwse poëzie
Inhoud en vorm dekken elkaar in de Hebreeuwse poëzie en de einden van de regels rijmen niet naar klank, zoals wij vandaag gewend zijn. De inhoud wordt met nieuwe woorden en beelden een of twee keer herhaald, of tegen gesproken. De herhaling schept rust, zet een inhoudelijke klemtoon en speelt daarmee. Zij leidt de luisteraar van hoogtepunt naar hoogtepunt. Belangrijker echter lijkt, dat zij het opgeroepen beeld verdiept, veelzijdiger maakt en meer speels:
- ICk ben een Roose van Saron,
- een lelie der dalen.
- Gelijck een lelie onder de doornen,
- alsoo is mijne Vriendinne onder de dochteren.
- Het Hooge Liedt Salomons.
- Het ij. Capittel 1 en 2. Statenvertaling 1637
Haar netelige zijden kennend vergelijkt zij zich eerlijk met een ‘Roose’ en vult met de eerste herhaling onmiddellijk het boeket aan door zich ook met een ‘lelie der dalen’ te vereenzelvigen.
Was zij al beeldschoon in zijn ogen, toont zij zich nu bescheiden en kwetsbaar ook nog. Hoe zou hij er niet voor haar vallen? Toch ziet hij meer in haar. Zij is gewoon té bescheiden. Hij antwoordt als gentleman, natuurlijk, en beaamt haar zelfvergelijking met de ‘lelie der dalen’. Echter niet helemaal. Wat in zijn ogen is zij géén klein bloempje. Een ‘lelie onder de doornen’ noemt hij haar. Zo als de lelie in tropische regio's fier, hoog en vurig en bijna als ‘onkruid’ tussen struiken kan staan. De tot nu toe onuitgesproken gebleven doornen van de roos mag de gehele droge rest van de vrouwelijke wereldbevolking wel hebben. En zij moeten opletten ook. Want straks vangen ze vlam van zijn vurige lelie en vergaan. Ah, hoe steekt zij niet af, zonder stekels natuurlijk, van de menigte gapende en slaperige doornroosjes! Doornen? Dat zijn de anderen. Zij is uniek, zo gans anders dan alle anderen.
Zo is de aard van verliefdheid. En zo is de poëzie van het Hooglied. Of beter: ongeveer zo werd zij driehonderd jaar geleden gelezen.
Het mysterie van ‘Roose’
De ‘Roose van Saron’ - Hebreeuws השרון חבצלת, ‘Chavatzelet HaSharon’ - is een onbepaalde kelkachtige bollen bloem. Verder slaat het woord op ‘prikkelen’ en ‘prachtig’, waarin de verliefde zijn geliefde zeker ook zal herkennen. Sefardische Hebreeuwse poëten gebruikten tussen de tiende en de vijftiende eeuw veelvuldig het woord ‘chavatzelet’, dat consistent vertaald werd met ‘roos’ en soms met ‘lelie’. In 1611 sloot zich de King James Bijbel aan en vertaalde ‘Rose of Sharon’. En de onbepaalde kelkachtige ‘Roose’ zou blijven bloeien door de eeuwen heen, en ook zonder doornen prikkelen en prachtig inspireren tot vandaag toe.
In onze tijd inspireerde de ‘Roos van Sharon’ onder meer Joan Baez, Leonard Bernstein, Kate Bush, Leonhard Cohen en Grateful Dead. Bob Dylan sluit mooi aan bij de meditaties over Van de Rijp en diens tijdgenoten, de hovenier Van der Groen en de poëet John Milton, waar hij zijn song Caribbean Wind begint met de woorden:
- She was the rose of Sharon from paradise lost
- Zij was de roos van Sharon van ’t verloren paradijs
(Vertaling Kalab 2013)
‘Roose’ wordt een krokus
Moderne Bijbelvertalingen maakten van de roos een ‘krokus’. Al 50.000 jaar geleden won men kleurstoffen van de krokus. Prachtige 3.500 jaar oude Minoïsche fresco's in Akrotiri op Thera, of Santorini, een eiland in de Zuidelijke Egeïsche Zee, tonen kleurrijk geklede saffraan verzamelaarsters. In de oudheid al - of kunnen we beter zeggen ‘nog steeds'? - gebruikte men het moeizaam verzamelde en daarom kostbare saffraan als specerij, parfum, kleurstof en medicijn.
De moderne vertaling heeft gevolgen voor de interpretatie van het geciteerde stukje uit Hooglied. Want de krokus heeft geen doorns zoals de roos. Hij doet het goed in de schaduw, zoals de geliefde in de schaduw van haar broers leefde, die haar hinderden haar eigen kudde te hoeden. Om de saffraan, die nog steeds duurder zou zijn dan goud, was de krokus zeer kostbaar. Doornen waren waardeloos en werden verbrand. Krokus en Lelietje-van-dalen zijn voorjaarsbloemen. Het Lelietje-van-dalen heeft symbolische betekenissen in legende, mythologie en traditie.
Een kleine bloemlezing uit de liederenverzameling ‘Hooglied’ ten slotte duidt aan waar het schilderij van Van de Rijp mogelijk naar verwijst.
- 100 jaar Rijpenhofje 2013
- Het Rijpenhofje
- Het Rijpenhofje 1982
- Vier eeuwen hofjes in Amsterdam
- ‘Reglement voor het Rijpen Hofje’ 1837
- Dank
- Bronnen