...naar Minnekunde
Ook al waren dit idealen die niet een ieder kon boeien, iemand die misschien meer rechttoe rechtaan gebreid bleek. Toch bleef de Minne een ideaal dat menigeen nog eeuwen later nastreefde.
Zoals de in Amsterdam geboren Johan van Heemskerk, 1597 - 1656. Hij was niet alleen een bekwaam rechtsgeleerde die internationale disputen oploste. Hij wist ook veel af van de Minne. In 1622 verscheen zijn eerste bundel met gedichten over de ‘Minnekunst’, de Kunst van de liefde. Al in 1625 volgde zelfs de ‘Minnepligt’, de plicht van de Liefde. In 1628 verhief hij de Minne zelfs tot een wetenschap met zijn gedicht ‘Minnekunde’, de wetenschap van de liefde.
In de 18e eeuw raakten zijn gedichten in vergetelheid, maar werden later herontdekt. Een hoopvol teken ook voor vandaag? In Van de Rijps tijd was de Minne aantoonbaar blijkbaar nog een kunst en plicht, ja zelfs een wetenschap. In ieder geval in de ogen van Van Heemskerk. En in de ogen van wie graag zijn minnegedichten las en de middeleeuwse minnewetenschap wellicht met genot, lust en plezier in leven hield en haar fantasievol verder beschaafde, verder breidde, verder cultiveerde, verder kweekte en haar gloeiend heet verder smeed. Wie zijn besloten hoftuin koesterde, zoals Van de Rijp, en haar met allegorieën en metaforen prees, in alle geuren, kleuren en smaken, in woord en beeld, met bloemen en planten, fantasieën, gedachten en gedichten, met klanken, gezangen en daden.
Het lijkt, dat de mysterieuze Minne zelf haar doel onvermoeibaar zal blijven zoeken in het besloten hof en daar buiten. Om haar - de maagd, de rijpende vrouw en de gerijpte wijze nog - te vervallen, om in haar armen en in haar schoot te vallen. Om haar eindeloos te vereren, met steeds nieuwe beelden, fantasieën, gedichten, melodieën, schilderijen, gezangen en meer, haar, de aanbiddelijke tuin...
- 100 jaar Rijpenhofje 2013
- Het Rijpenhofje
- Het Rijpenhofje 1982
- Vier eeuwen hofjes in Amsterdam
- ‘Reglement voor het Rijpen Hofje’ 1837
- Dank
- Bronnen