Martin Buber
Martin Buber (1878 - 1965) merkte aan het einde van zijn boek ‘Zwischen Zeit und Ewigkeit’ (1978) over chassidische rabbijnen en hun tegenstaanders op, dat als het niet zo heilige mannen waren geweest, men geneigd zou zijn te vermoeden dat zij magie bedreven.
Zijn respectvolle opmerking lijkt nogal op het minder respectvolle verdacht dat kerken tegen alchemisten koesterden. Bij zijn observatie dat de heilige Chassidische rabbi's iets hadden van tovenaars voegt zich naadloos de ontdekking van Sir Isaac Newton als de laatste der magiërs. ‘Toverden’ tuinliefhebbers niet ook uit de onopvallende aarde de mooiste bloesems en vruchten met al hun kleuren, geuren en smaken op? Wat vinden wij vandaag van Van der Groens aanbeveling, bepaalde werkzaamheden in de tuin slechts bij bepaalde maanstanden te verrichten? ‘Het’ lag in de lucht en uitte zich op manieren die ons tegenwoordig ‘magisch’ en ‘bijgelovig’ voorkomen. Toch waren het manieren die pasten bij de zoekers van deze tijd.
- 100 jaar Rijpenhofje
- Het Rijpenhofje
- Schilderijen
- Waardering
- Gerard van de Rijp in zijn tuin
- Het spirituele hof
- Het beminde hof
- Het analytische hof
- Conclusie en wens
- Gozewijn Centen en zijn gezin
- Schilderijen
- Het Rijpenhofje in 1982
- Reglement voor het Rijpen Hofje 1837
- Vier eeuwen hofjes in Amsterdam
- Dank
- Bronnen