Van de Rijps kwadratuur van de cirkel
De voorgrond van het tuinportret van Van de Rijp toont drie keer drie rechthoekige perken. Achter hem ligt een perkenmandala met de kleuren van het kaartspel, waarvan Klaveren, ♣, en Schoppen, ♠, duidelijk te zien zijn. Rechts daarvan in het midden van de tuin ligt een perkenmandala gevormd uit cirkel- en vierkantdelen.

Negen rechthoekige voorgrondperken. Gerard van de Rijp in zijn tuin, detail Noord-Hollandse School, einde 17e eeuw. Olie op doek. Kalab 2013
Structureel bevat elk van de negen perken op de voorgrond drie planten, zevenentwintig in totaal, in de verhouding 1:3. In elk rechthoekig perk staan drie planten binnen vier rechte hoeken, in de verhouding 3:4. Neemt men één perk inclusieve haar drie planten als een eenheid of geheel, dan staan tegenover het geheel de rechthoek plus de drie planten in de verhouding 1:4. Of drie planten plus vier rechte hoeken staan tegenover het geheel in de verhouding 1:7.

Standenmandala in Van de Rijps tuin, detail Olie op doek, laat 17e eeuw. Kalab 2013
De vierkante perkenmandala achter de tuinliefhebber toont in het midden één cirkel omgeven van acht motieven, twee keer twee tegengestelde boogvormen op de diagonalen, plus vier verschillende kleuren op de symmetrieassen, in de verhouding 1:6 of 1:8. De centrale cirkel staat tot de omgevende vormen in de verhouding 1:8, of 1:6 omdat telkens twee boogvormen identiek zijn. De som van de vormen, een cirkel, vier boogvormen en vier kleuren, staat tegenover het geheel in de verhouding van 1:9, en de hele vorm plus de negen detailvormen staan tegenover het geheel in de verhouding van 1:10. Neemt men de twee blaadjes op de vier boogvormen als cirkels, dan staan met de cirkel in het midden negen cirkels tegenover vier assen en zes of acht motieven, 4:9, 6:9 en 8:9. De vier kleuren representeren de verhoudingen van de ‘tetractys’, 1:2:3:4. De centrale cirkel verhoudt zich tot het vierkant als geheel echter als 1:1. De drie speelt ook in de maatschappelijke mandala een belangrijke rol.

Zelfmandala in Van de Rijps tuin, detail Olie op doek, laat 17e eeuw. Kalab 2013
De centrale ‘eenvoudige’ (Hunt en Williams 1988) perkenmandala bestaat slechts uit cirkel- en vierkantvormen. Een hele cirkel, als symbool van de eenheid zoals op de linker mandala, ontbreekt. Vijf vierkanten staan tegenover twee of vier rechthoeken; als men de twee of vier rechthoeken onder en boven mee telt heeft men de verhouding 2:5 of 4:5. Ieder rechthoek en vierkant staat tegenover zes of acht andere, 1:6 en 1:8. Tegenover het geheel staan zeven of negen vormen, 1:7 of 1:9, naargelang men de bovenste en onderste lange rechthoek meetelt of niet. Het centrale vierkant verhoudt zich tot de vier perifere als 1:4, en alle vijf tot het geheel van vierkanten als 1:5.

Van de Rijps ‘mandala van het zelf’ Digitale reconstructie Kalab 2014
Elke kant van de vijf vierkanten is in drie delen gedeeld, met de verhoudingen 1:3 en 1:4, of 4:12 en 4:16. In het middelste vierkant dringt op de kruisvormige symmetrieassen aan elke kant een poortvormige boog binnen, 1:4, bestaand uit één vierkant en één halve cirkel. Met andere woorden naderen eenheid en totaliteit van alle delen elkaar. Vat men het binnendringen op als beweging en voert men deze door tot het midden, komen in het vierkant twee cirkeltjes boven elkaar te liggen, omgeven door vier vierkanten. Of het ontstaat een wit kruis in een groen vierkant. Tegenover het vierkant staan vier halve cirkels of schijven die resulteren in twee hele schijven, 1:4 en 1:2. Het vierkant vertoont vier halve cirkels en 16 rechte lijnen, 4:16, waarbij acht rechte lijnen door de poortbogen ietwat korter uitvallen. De acht kortere rechte lijnen geven elk een stukje van hun lengte af aan de vier halve cirkels; symbolisch geeft daarmee het rechtlijnige mannelijke iets af aan het ronde vrouwelijke. De deur- of poortbogen vormen tussen zich vier biconcave, haaks op en corresponderend met de vier biconcave van de vier buitenvierkanten.
Symmetrisch links en rechts van het centrale vierkant liggen vier vierkanten, zo dat het figuur vijf vierkanten bevat, 1:4 en 1:5. Elk buitenvierkant toont drie vormen die elementen van cirkel en vierkant combineren in de verhouding 1:3. Twee kwartcirkels staan tegenover een biconcaaf, 1:2. Vier kwartcirkels staan tegenover acht rechte lijnen, 4:8. Stelt men zich de groene kwartcirkels voor als liggend op witte kwartcirkels, waarvan slechts de witte boog zichtbaar is, en ziet men af van hun verschillende grootte, en vat men hen samen tot één hele cirkel, zo staat één cirkel tegenover één vierkant, 1:1. De biconcave vorm bevat twee kwartcirkels en twee in de vorm ingesloten vierkanten, 2:2, ofwel twee kwartcirkels en vier rechte lijnen, 2:4. De kwartcirkels liggen elkaar tegenover, met elk één ronde en twee rechte lijnen, 1:2, of 1:3 indien men de drie lijnen de hele vorm tegenover stelt.

William Blake 1757 - 1827
Ancient of Days, 1794
De Oude van dagen in de zon naast de maan
meet met een passer de aarde uit. Reliëf en
wittelijnets, kleurendruk en handinkleuring,
36 x 26 cm. British Museum, London
Jaybear 2013 wikimedia.org
De vier buitenvierkanten bevatten samen twee cirkels en vier biconcave, 2:4. Als men in plaats van de paden hun kwartcirkels meetelt, vier cirkels in vier vierkanten, 4:4. Met de twee cirkels van het binnenvierkant staan vijf vierkanten tegenover zes cirkels: 5:6. Rekent men de vier kleine vierkanten van het binnenvierkant mee, staan zes cirkels tegenover negen vierkanten, 6:9. Ook hier speelt de drie een rol, afwijkend van Van der Groens ideaal van een indeling in vier.
Het derde en meest rechte mandala blijft helaas onduidelijk, door de mist en door een beschadiging van de verf onder het vernis. Gezien de symmetrie in de tuin mag men een perkenmandala als de standenmandala links verwachten. Wellicht biedt een restauratie van het tuinportret ooit duidelijkheid over de vorm van de rechter mandala op.
In individuatiedromenseries groeien cirkel- en vierkantvormen steeds duidelijker toe naar een ‘quadratura circuli’, naar een vorm van de kwadratuur van de cirkel, een zuivere combinatie van cirkel en kwadraat. Daarbij kan zowel de cirkel als ook het vierkant binnen of buiten liggen. In dromen van mannen lijken rechte lijn en vierkant geneigd, zich aan te passen aan de cirkel. In dromen van vrouwen lijken kromme lijn en cirkels geneigd, zich aan te passen aan het vierkant. Mogelijk zijn de drie mandala's in Van der Rijps hoftuin te lezen als een expressie van zijn individuatieproces. Omdat de rechte mandala onduidelijk is, kan ik het niet bij de overweging betrekken.
- 100 jaar Rijpenhofje
- Het Rijpenhofje
- Schilderijen
- Waardering
- Gerard van de Rijp in zijn tuin
- Het spirituele hof
- Het beminde hof
- Het analytische hof
- Appels en peren vergelijken
- Alchemie, Chassidisme en tuinkunst
- Jungiaanse en symbolische psychologie
- Van de Rijps tuinkunst als onbewuste expressie
- Van de Rijp als Adam
- Van de Rijps anima en zelf
- De tuin als archetype
- De roos als archetype
- De stokroos als archetype
- Stok en staf
- De boom als archetype
- De plant als opus magnum
- De perkenmandala's
- Mandala's in de prehistorie
- Boeddhistische en christelijke mandala's
- Het orthodoxe dilemma in mandala's
- Kinderen tekenen spontaan mandala‘s
- De mandala's van Isabelle Staehle
- De psychologische betekenis van de mandala
- Geometrie
- De mandala van de vier standen
- De mandala van het zelf
- De hogere én de lagere mens
- Een momentopname van innerlijke rijping
- Vier, drie, twee en één in het tuinportret
- Onvermoeide fascinatie
- Een leven lang
- Conclusie en wens
- Gozewijn Centen en zijn gezin
- Schilderijen
- Het Rijpenhofje in 1982
- Reglement voor het Rijpen Hofje 1837
- Vier eeuwen hofjes in Amsterdam
- Dank
- Bronnen