Een en monade
Aan het einde van het transformatieproces, en aan het begin van een nieuwe ronde, staat de monade, de eenheid, die de veelheid in zich draagt, bewaart en manifesteert.

Blaaswier, Valonia ventricosa in de Rode Zee Tropische en subtropische gebieden Een van de grootste eencellige, monadische, organismen, tot 5 cm Alex.vasenin 2013 wikipedia.org
Monade komt van Grieks ‘μονάς’, ‘monás’, en boedelt ‘eenheid, één zijn, één’ en ‘ondeelbaar zijn’. Voor Aristoteles was de monade de eenheid van het getal één. In de filosofie had de monade verschillende betekenissen, waarvan de basisaspecten constant bleven. Zij beginnen met de volgelingen van Pythagoras en ontvouwen zich in neoplatonisme, christelijke mystiek, joodse Kabbala en hermetische traditie. In de hermetica brengt een Monade de andere monade voort, zoals God Christus. Voor de alchemie was de monade de ervaring van de fundamentele werking van het geestelijke centrum van de kosmos, die niet met woorden te beschrijven is (Timmers 2001: 492-493). Als een moderne voorstelling van ‘monade’ mag de ‘singulariteit’ aan het begin van het ontstaan van de kosmos gelden.

Christoph Bernhard Francke 1670 - 1729 Gottfried Leibniz 1700 Olie op doek Herzog-Anton-Ulrich-Museum Braunschweig Andrejj 2005 commons.wikimedia
Gottfried Wilhelm von Leibniz (1646 - 1716) bundelde vele monaden in een Monadologie. In de negentiende eeuw vallen de speciale betekenissen uiteen. Van de Rijps tijdgenoot Leibniz dacht, dat het heelal uit onafhankelijke krachtpunten van monaden bestaat, waarvan elk zijn eigen doel in zichzelf had. Elke monade was voor hem een kleine wereld of microkosmos op zich. Monaden van levende lichamen noemde hij zielen. Hij vergeleek lichaam en ziel met twee gelijk lopende klokken. Leibniz’ monaden hadden verschillende graden van bewustzijn, waarvan het zielenleven de hoogste graad was. Echter werd god de hoogste monade genoemd. Alle monaden weerspiegelden op hun manier het universum, maar hadden onderling geen relatie.

Amor besnaart zijn boog ‘Puer aeternus’, Latijns voor ‘eeuwig kind’ Standbeeld, marmer, 123 cm Romeinse kopie van Lysippos, 2e eeuw v. Chr Musei Capitolini, Palazzo nuovo, Rome Tetraktys 2007 wikipedia.org
Het kind-symbool drukt de vereniging van mannelijk en vrouwelijk uit en kan vele vormen aannemen. Het is de eenheid in het centrum van de mandala en de mandala zelf. In de hoftuin van Van de Rijp toont de linker en rechter mandala in hun centrum en cirkel, het middelste mandala toont een vierkant met een ronde uitsparing aan elke kant. Alle drie mandala's hebben in hun midden een piëdestal dat zich driedimensionaal van de grond verheft. Alle drie piëdestallen dragen een ronde vorm, een kostbare vaas met daarin een bloeiende bloem.
Neumann verwijst expliciet naar Jung waar het de veelvormigheid van het kind-symbool betreft en noemt uitdrukkelijk het vat (Neumann 1992: 50). De aanwezigheid van het kind past bij een vervulde aarde en tijd. In het kind zijn met de voorvaderen het verleden en met zijn openheid en potentie de toekomst tegelijk in het heden aanwezig. In het symbool wordt de volheid van aarde en tijd niet slechts gedacht maar ook gevoeld, zoals typisch is voor het creatieve en zinvolle voelen van eenheid en waarheid aan een artistieke creatie. Het symbolische leven is niet ingewikkeld en abstract, maar de oorspronkelijke en bij de dagelijkse werkelijkheid passende vorm van het leven. (Neumann 1992: 51)
De gedroomde en gecreëerden mandala drukt niet alleen de bereikte individuatie uit, maar kan ook prospectief een mogelijkheid en doel van de psyche aanduiden. Het is daarmee noodzakelijk noch zeker dat Van de Rijp dit doel van de teruglopende tetractys en het circulair verlopende Axioma van Maria, de eenheid van de vier via de drie en twee in één bereikte. Het kan ook niet uitgesloten worden. De symboliek in de hoftuin, vooral de mandala's, duiden daarop, dat het individuatieproces in Van de Rijp actief waren.
- 100 jaar Rijpenhofje
- Het Rijpenhofje
- Schilderijen
- Waardering
- Gerard van de Rijp in zijn tuin
- Het spirituele hof
- Het beminde hof
- Het analytische hof
- Appels en peren vergelijken
- Alchemie, Chassidisme en tuinkunst
- Jungiaanse en symbolische psychologie
- Van de Rijps tuinkunst als onbewuste expressie
- Van de Rijp als Adam
- Van de Rijps anima en zelf
- De tuin als archetype
- De roos als archetype
- De stokroos als archetype
- Stok en staf
- De boom als archetype
- De plant als opus magnum
- De perkenmandala's
- De hogere én de lagere mens
- Een momentopname van innerlijke rijping
- Vier, drie, twee en één in het tuinportret
- Onvermoeide fascinatie
- Een leven lang
- Conclusie en wens
- Gozewijn Centen en zijn gezin
- Het Rijpenhofje in 1982
- Reglement voor het Rijpen Hofje 1837
- Vier eeuwen hofjes in Amsterdam
- Dank
- Bronnen
- Schilderijen