Een tetractys in de Tao Te Ching

Tao Te Ching Zegel-schrift LiliCharlie 2014 commons. wikimedia
Taoïsme, confucianisme en boeddhisme zijn de drie grote Chinese filosofieën. De voor het taoïsme belangrijke ‘Tao Te Ching’ - Chinees, 道德经, Hanyu pinyin, ‘Dàodéjīng’ - werd vanaf de zesde eeuw v. Chr. mondeling doorgegeven en omstreeks 300 v. Chr. opgeschreven.

Laozi Volgens de Chinese legende verliet Laozi China op een water- buffel en trok naar westen ManosHacker 2013 commons.wikimedia
De eenentachtig, Laozi, of Lau-Tze, toegeschreven korte teksten behandelen ethische thema's en zijnsthema's, hoe de wereld ontstond en in elkaar zit en hoe men juist handelt. De wijze zou na het opschrijven verdwenen zijn.
De eerste twee woorden van de titel zijn de eerste woorden van hoofdstuk een en twee. ‘Tao’ - 道 - betekent ‘weg, rivier, principe’ en ‘zin’. ‘Te’ - 德 - betekent ‘kracht, leven, charisma, deugd, goedheid’ en ‘integriteit’. Het derde woord van de titel, ‘Jing’ - 經 - bedoelt een ‘richtlijn’, ‘klassieke tekst collectie’ of ‘boek’. De collectie wordt daarom ook ‘Het boek van de weg en de deugd’ genoemd. Tao en Te zijn echter niet in woorden te vatten, waardoor de titel soms onvertaald blijft. Een essentie van de Tao Te Ching is, dat kennis en verlangen verzet oproepen, maar wie de Tao, wie de Weg, volgt, die leeft ‘Wu Wei’ - 無爲 -, dat wil zeggen, hij grijpt niet in, maar gaat met de loop der dingen mee.
Teken | Pinyin | Betekenis |
---|---|---|
無 无 | wú | zonder |
爲 为 | wéi | wedijveren |
- Die eigentliche Unabsichtlichkeit, die in ihrer Einfachheit das Rätsel ist, ist vielleicht niemals im Philosophieren so entschieden zur Grundlage aller Wahrheit des Handelns gemacht worden wie von Laotse.
- De echte onbedoeldheid, die in haar eenvoud het raadsel is, is in het filosoferen misschien wel nooit so beslist tot het fundament van alle waarheid van het handelen gemaakt worden als van Lao Tze.
- K. Jaspers, 1883 - 1969
Die großen Philosophen, Piper, München 1957, S. 908

Xu Wei 1521 - 1593 Bamboe ca. 1570 Detail op handschriftenrol, Ming-school Chinese inkt op papier, 33 cm hoog FreerArt Gallery of Art, Washington York Project, Directmedia Bot 2005 commons.wikimedia
Het principe van Wu Wei herinnert aan de metafoor van eik en bamboe in de winter. De takken van de eik, die de zware last van ijs en sneeuw weerstaan, kunnen door het groeiende gewicht breken. De bamboe echter geeft de last van ijs en sneeuw al snel toe en buigt onder de last neer, zodat de last van hem af kan glijden, hij elastisch terug kan snellen en zich weer kan oprichten in zijn oorpsronkelijke stand. De metafoor wil zeggen, dat de mens het de bamboe zal nadoen, zodat hij ook in moeilijke omstandigheden in balans kan blijven.

Eikenboom op het wapen van de stad Berga/Elster, Thüringen Steffen M. 2006 commons.wikimedia
Hoofdstuk 40 van de Tao Te Ching beschrijft het ontstaan van zijn uit niet-zijn. Hoofdstuk 42 introduceert een tetractys:
Tau baart een.
Een baart twee.
Twee baart drie.
Drie baart de tienduizend dingen.
De tienduizend dingen dragenhet duister beginsel buiten en het lichtbeginsel binnen.Door ijle adem komt samenklank.
Wat de mensen haten is wezen, geringe, onwaardig te zijn.
En toch noemen zo koningen en vorsten zich.
Daarom, de een vermindert en vermeerdert toch.
De ander vermeerdert en vermindert toch.
Wat de mensen leren is ook mijn lering:
De sterken en geweldigen sterven geen natuurlijke dood.
Ik zal ze tot grondslag nemen van mijn leer.
Waar de Griekse tetractys van de vier op tien komt, introduceert de Tao Te Ching meteen tienduizend. Beide voorstellingen associëren de vier met de tien en het decimalensysteem. Blok interpreteerde de vier van de Tao als volgt:
Uit de onuitsprekelijke Tao komt voort de Ene Oorzaak, die zich openbaart in tweevoudigheid als het mannelijke, actieve beginsel Jang en het vrouwelijke passieve beginsel Jin. Jang en Jin wordt verzinnebeeld door Hemel en Aarde. Hun synthese is de ge openbaarde, scheppende werkzaamheid Tsjhi, de levensadem van het heelal, het grote scheppende heelal-ritme. Deze geopenbaarde drieëenheid Jang-Jin-Tsjhi voortkomend uit, en altijd begrepen in het ge openbaarde Tau, schept de tienduizend dingen. (Blok 2000: 98)
Het proces van de beweging van een naar vier beschrijven sommige interpretatoren als vrouwelijk baren en sommigen als mannelijk scheppen. Blok noemt de Tao ‘Tau’ en beschrijft een proces van differentiatie van Tau in Tau zonder verlies van de oorspronkelijke eenheid. Alles komt van Tau en is en blijft in alle verandering in Tau. De voortkomende twee, als tegenstelling van actief mannelijk en passief vrouwelijk, uitgebeeld als hemel en aarde, gaat in haar synthese verloren noch wordt zij weer een. De drie brengt als kosmisch pneuma en ritme de ontelbare dingen voort. Analoog Blok interpreteert Debon ‘Yin’ als donker, koud en vrouwelijk en ‘Yang’ als licht, warm en mannelijk en, onder verwijzing naar Anazawa Tatsuo, als niet-zijn en zijn (Debon 1979: 127).
Stoffelijk kwantitatief verschijnen differentiatie, het irreversibel verlies van eenheid en winst van veelvuldigheid aan de ene kant, en ‘coniunctio’, vereniging van tegenstellingen, het irreversibel verlies van veelvuldigheid en winst van eenheid aan de andere kant, paradox en absurd. Organisch, psychisch en geestelijk kwalitatief pakken differentiatie en coniunctio echter niet mechanistisch uit. De onmiddellijke context in hoofdstuk 42 stelt de dubbele paradox van vermeerdering door vermindering en vermindering door vermeerdering voor:

Taoïstische tekst Zijde, 168 v. Chr. Mawangdui-graf, Hunan Miuki 2005 commons.wikimedia
... de een vermindert en vermeerdert toch.
De ander vermeerdert en vermindert toch.
De Tao-tekst zelf lijkt een voorstelling aan te dragen van differentiatie als vermindering en van coniunctio, of wel vereniging van tegenstellingen, als vermeerdering. Dit herinnert aan het westerse ‘Axioma van Maria’, de bi-directionele, wederkerende en voortschrijdende beweging van differentiatie én coniunctio, deling in en vereniging van onverenigbare tegenstellingen, zonder verlies van tegengestelde elementen of eenheid.
In Jungiaans psychologische termen lijkt de dubbele paradox van de Tao op de psychische differentiatie in de eerste levenshelft en de psychische vereniging van onverenigbare tegenstellingen in de tweede levenshelft. Voor het bewustzijn betekent de vereniging van tegenstellingen geen verlies maar groei. Een onbewuste inhoud die bewust wordt splitst in het bewustzijn en verschijnt daar vooreerst als onverenigbare tegenstelling. Schaduwkwaliteiten, kwaliteiten die men tientallen jaren miste noch wou, en de tegengestelde geslachtelijkheid binnenin tonen zich, dagen het bewustzijn uit en lijken vooreerst onverenigbaar met het al bekende. Het onbewuste streeft alsnog hun vereniging aan en uit dit aan het bewustzijn bijvoorbeeld als mandala's in dromen.
Het individuatieproces verenigt onverenigbare tegenstellingen in de persoonlijkheid. Het belevende individu kan dit proces bewust steunen als het zich met de nieuwe beelden, emoties en voorstellingen bezighoudt. Een afronding van het proces kan zich uiten in een variatie van symmetrisch verenigde cirkel en vierkant, in mandala's in de meest verschillende vormen. Het bewustzijn raakt in de vereniging de nieuw bewust geworden helft van het tegenstelingspaar niet weer kwijt aan het onbewuste. Zij blijven beide bewust, waardoor het bewustzijn groeit en daarmee de persoonlijkheid.
- 100 jaar Rijpenhofje
- Het Rijpenhofje
- Schilderijen
- Waardering
- Gerard van de Rijp in zijn tuin
- Het spirituele hof
- Het beminde hof
- Het analytische hof
- Appels en peren vergelijken
- Alchemie, Chassidisme en tuinkunst
- Jungiaanse en symbolische psychologie
- Van de Rijps tuinkunst als onbewuste expressie
- Van de Rijp als Adam
- Van de Rijps anima en zelf
- De tuin als archetype
- De roos als archetype
- De stokroos als archetype
- Stok en staf
- De boom als archetype
- De plant als opus magnum
- De perkenmandala's
- Mandala's in de prehistorie
- Boeddhistische en christelijke mandala's
- Het orthodoxe dilemma in mandala's
- Kinderen tekenen spontaan mandala‘s
- De mandala's van Isabelle Staehle
- De psychologische betekenis van de mandala
- Geometrie
- De mandala van de vier standen
- De mandala van het zelf
- De hogere én de lagere mens
- Een momentopname van innerlijke rijping
- Vier, drie, twee en één in het tuinportret
- Onvermoeide fascinatie
- Een leven lang
- Conclusie en wens
- Gozewijn Centen en zijn gezin
- Schilderijen
- Het Rijpenhofje in 1982
- Reglement voor het Rijpen Hofje 1837
- Vier eeuwen hofjes in Amsterdam
- Dank
- Bronnen