Vormen van tetractys
Het woord ‘quaterniteit’ komt van Latijns ‘quaterni’ en betekent ‘elkeens vier, ieder vier, vier gelijk’. Jung zag in de quaterniteit een archetypisch symbool van heelheid en totaliteit en een voorwaarde voor een totaaloordeel, zo als men de totale horizon aanduidt met de vier windrichtingen.
Egyptische godinnen als tetractys
De Egyptische godin Hathor representeerde 4.000 v. Chr. een quaterniteit. Zij begon als godin van het hemelgewelf. Haar macht over de wereld werd uitgebeeld met vier godinnen voor de vier hemelstreken en kwartieren van de wereld:
- Wadjet, Wazit of Uadjet was de vruchtbaarheids- en beschermgodin van de Nijldelta van Neder-Egypte in het noorden. Haar titel was ‘zij die voor het koele water zorgt’ en haar attribuut was de cobra.
- Nekhbet was de eerste beschermgodin van Opper-Egypte in het zuiden. Zij kon als gier verschijnen en zij vloog beschermend boven de koning.
- Bast of Bastet vertegenwoordigde als zonnegodin het gezag van Hathor in het oosten. Zij verscheen als kat of droeg een kattenkop.
- Neit of Neith had als hemel- en beschermgodin het gezag over het westen. Als godin van jacht en oorlog waren haar attributen pijn en boog en schild. Zij schiep het eerste zaad van goden en mensen.
Andere, min of meer bekende quaterniteiten zijn de vier
- elementen, aarde, lucht, vuur en water;
- temperamenten en vier lichaamssappen;
- Hades rivieren;
- paradijsstromen, Frath, Gihon, Hiddékel en Pison;
- cherubijnen onder Gods troon;
- artsengelen, Michaël, Gabriël, Rafael en Funiël;
- evangelisten, Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes;
- daden van Christus: aankondiging, geboorte, lijden en opstanding;
- kerkvaders van het Oosten en vier van het Westen;
- jaargetijden;
- standen;
- Veda's;
- boeddhistische wegen van geestelijke ontwikkeling.
Schoppen, Harten, Klaveren en Ruiten als tetractys
De Franse kleuren van het kaartspel, die Van de Rijp in zijn linker mandalaperk gebruikte, kunnen als tetractys worden opgevat. Verder kunnen de zwarte Schoppen, ♠, en Klaveren, ♣, als mannelijke en hen tegenover de rode Harten, ♥, en Ruiten, ♦, als vrouwelijke symbolen worden opgevat. Men kan Harten en Ruiten opvatten als symbolen van het ontvankelijke.
♠, Schoppen, dat een lans symboliseert, vertoont één punt aan de spits. ♥, Harten vertoont op zijn symmetrieas twee punten, één onderaan en één boven naar binnen toe gericht tussen de twee rondingen. ♣, Klaveren of Kruis vertoont drie bladeren als ‘punten’. ♦, Ruiten vertoont vier punten, één aan elke van zijn vier hoeken. Elk tegenover elkaar liggend symbolenpaar levert vijf punten op en samen tien. Dat Van de Rijp de vier kleuren in zijn standenmandala gebruikt wijst op het min of meer bewuste spel met de vier basisgetallen:
Symbool | Naam | Waarde | Som |
---|---|---|---|
♠ | Schoppen | 1 | 1 |
♥ | Harten | + 2 | 3 |
♣ | Klaveren | + 3 | 6 |
♦ | Ruiten | + 4 | 10 |
Symbolen | Naam | Waarde | Som |
---|---|---|---|
♠ + ♦ | Schoppen + Ruiten | 1 + 4 | 5 |
♣ + ♥ | Klaveren + Harten | 3 + 2 | 5 |
♠ + ♦ + ♣ + ♥ | Schoppen + Ruiten + Klaveren + Harten |
1 + 4 + 3 + 2 | 10 |
De perk als tetractys
Ook een eenvoudige rechthoekige perk zoals in Van de Rijps tuin kan men zien als een tetractys: het geheel, perk en bloemen als één, het rechthoekige perk plus de bloemen als twee, de bloemen als drie, en de hoeken van het perk als vier. Leest men dit reeksje andersom, wijst het op het Axioma van Maria, op de vereniging van tegenstellingen, op de beweging van vier via drie en twee naar één: van de vier perkenhoeken naar de drie bloemen, naar de bloemen als geheel en het perk als geheel als twee, naar alles samen als één. Het rechte en het ronde, het symbolisch mannelijke en vrouwelijke, worden zo als één gezien. Al kan dit deze circulaire meditatie vandaag min of meer gekunsteld lijken, het was een mainier waarmee men vroeger naar dingen keek.
- 100 jaar Rijpenhofje
- Het Rijpenhofje
- Schilderijen
- Waardering
- Gerard van de Rijp in zijn tuin
- Het spirituele hof
- Het beminde hof
- Het analytische hof
- Appels en peren vergelijken
- Alchemie, Chassidisme en tuinkunst
- Jungiaanse en symbolische psychologie
- Van de Rijps tuinkunst als onbewuste expressie
- Van de Rijp als Adam
- Van de Rijps anima en zelf
- De tuin als archetype
- De roos als archetype
- De stokroos als archetype
- Stok en staf
- De boom als archetype
- De plant als opus magnum
- De perkenmandala's
- Mandala's in de prehistorie
- Boeddhistische en christelijke mandala's
- Het orthodoxe dilemma in mandala's
- Kinderen tekenen spontaan mandala‘s
- De mandala's van Isabelle Staehle
- De psychologische betekenis van de mandala
- Geometrie
- De mandala van de vier standen
- De mandala van het zelf
- De hogere én de lagere mens
- Een momentopname van innerlijke rijping
- Vier, drie, twee en één in het tuinportret
- Onvermoeide fascinatie
- Een leven lang
- Conclusie en wens
- Gozewijn Centen en zijn gezin
- Schilderijen
- Het Rijpenhofje in 1982
- Reglement voor het Rijpen Hofje 1837
- Vier eeuwen hofjes in Amsterdam
- Dank
- Bronnen