De drie in mandala’s
Mandala’s streven naar een zo volledig mogelijke vereniging van de tegenstelling van wat C. G. Jung de ‘mannelijke drieheid’ en de ‘vrouwelijke vierheid’ noemde (VW 5: 217). Men zou echter ook van ‘vrouwelijke drieheid’ en de ‘mannelijke vierheid’ kunnen spreken. Wat blijft is de uitdaging het onverenigbare te verenigen.
De verhoudingen van één op drie en drie op vier zijn typische mandalaverhoudingen en komen nog steeds in dromen voor, waar zij de machtsverhouding tussen het bewustzijn en het onbewuste weergeven (VW 5: 134). Voor Jungs ervaring vielen mandala's, die van vierkant, gelijkarmig kruis en cirkel afweken door een ander basisgetal dan vier, zoals drie, vijf of zeven, uit de lijn. Zes en twaalf erkende hij wel als cirkelsymbolen, zoals de klok en de zodiak, die ook de vier omvatten. De drie zou een overheersend idee of wil representeren, zoals in de triniteit, en de vijf een overheersen van de fysieke mens, zoals in het materialisme (VW 5: 256). Men kan de vijf vierkanten in Van de Rijps centrale mandalaperk zo interpreteren.
De geïsoleerde mens is onvolledig, omdat de andere kant van de ziel zich altijd in het tegenover bevindt. De heelheid bestaat uit ‘Ik en Gij’ (Buber 1994), als delen van een transcendente eenheid, symbolisch gevat in het ronde, de roos, het rad of de vereniging van zon en maan. Voor de alchemist zijn lichaam, ziel en geest, alle drie één, omdat zij uit, van en met de Ene komen die zijn eigen wortel is (Jung VW 3: 207).
Het onbewuste bevat de kiem van eenheid, maar het wezen van bewustzijn is onderscheiding. Waar in de natuur tegenstellingen elkaar opzoeken, ‘les extrêmes se touchent’, scheidt het bewustzijn tegen de natuur in tegenstellingen van elkaar. In de natuur en in het onbewuste zoeken de tegenstellingen elkaar op, zoals zij in de godheid opgeheven zijn. Zodra echter het onbewuste zich manifesteert in het bewustzijn begint haar scheiding, zoals in het bijbels scheppingsverhaal licht en duisternis, hemel en aarde, water en land, en de rustdag van de scheppingsdagen gescheiden worden. De scheppingsdaad van bewustwording spiegelt zich in kosmologische symbolen (VW 5: 31).
De drie in Jungs empirie
Jungs cliënten brachten zelden de drie in. Waar het wel gebeurde observeerde hij een systematische bewustzijnsvernauwing door een onbewust gebleven minderwaardige functie; men was zich onvoldoende bewust van één van de vier hoofdfuncties, denken versus voelen en intuïtie versus fysieke gewaarwording. Jung achtte de drie geen natuurlijke expressie voor volledigheid. Slechts op vier determinanten achtte hij een volledigheidsoordeel mogelijk. Ondanks de neiging van de alchemie tot de vier benadrukte hij haar aanhoudende onzekerheid tussen drie en vier, die haar zowel-als-ook situatie uitdrukte. Dit lijkt op het paradox van het onbewuste in de analytische psychologie. Wordt de minderwaardige en met het collectieve onbewuste verstrengelde functie bewust, duikt met haar ook het archetype van het zelf op: ‘uit het ene ontstaat het vierde’, zei de alchemie. Volgens Jung betekent in de alchemie de vier het vrouwelijke, moederlijke en fysische, en drie het mannelijke, vaderlijke en geestelijke (VW 5: 32).
- 100 jaar Rijpenhofje
- Het Rijpenhofje
- Schilderijen
- Waardering
- Gerard van de Rijp in zijn tuin
- Het spirituele hof
- Het beminde hof
- Het analytische hof
- Appels en peren vergelijken
- Alchemie, Chassidisme en tuinkunst
- Jungiaanse en symbolische psychologie
- Van de Rijps tuinkunst als onbewuste expressie
- Van de Rijp als Adam
- Van de Rijps anima en zelf
- De tuin als archetype
- De roos als archetype
- De stokroos als archetype
- Stok en staf
- De boom als archetype
- De plant als opus magnum
- De perkenmandala's
- Mandala's in de prehistorie
- Boeddhistische en christelijke mandala's
- Het orthodoxe dilemma in mandala's
- Kinderen tekenen spontaan mandala‘s
- De mandala's van Isabelle Staehle
- De psychologische betekenis van de mandala
- Geometrie
- De mandala van de vier standen
- De mandala van het zelf
- De hogere én de lagere mens
- Een momentopname van innerlijke rijping
- Vier, drie, twee en één in het tuinportret
- Onvermoeide fascinatie
- Een leven lang
- Conclusie en wens
- Gozewijn Centen en zijn gezin
- Het Rijpenhofje in 1982
- Reglement voor het Rijpen Hofje 1837
- Vier eeuwen hofjes in Amsterdam
- Dank
- Bronnen
- Schilderijen